zondag 1 april 2018

Angst

RGB Free, by germangirl
Hoe zat het ook alweer met die erfzonde, waar Christus voor gestorven zou zijn? Adam mocht in het paradijs van alle bomen eten, behalve van de boom van de kennis van goed en kwaad:

Wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven

Wat hierbij meteen opvalt, is dat God Adam in soort catch-22 vangt: God geeft Adam een verbod, maar om aan de verbod tegemoet te komen, zal Adam eerst moeten weten hoe het precies zit met geboden en verboden.
  En dat weet hij dus nog niet, want hij heeft nog niet van de boom van de kennis van goed en kwaad gegeten.

  Een fraaie analyse van wat er precies gebeurde daar in het paradijs, wordt door Kierkegaard gegeven in zijn 'Het begrip Angst. Een eenvoudige psychologische meditatie, die heenwijst naar het dogmatische probleem van de erfzonde.'

   Om te beginnen is ook Kierkegaard de catch-22 niet ontgaan:

  'Wanneer dus in Genesis wordt verteld dat God zeide tot Adam: 'Alleen van de boom der kennis van goed en kwaad zult ge niet eten...' dan spreekt vanzelf, dat Adam dit woord eigenlijk niet begreep; want hoe zou hij het onderscheid tussen goed en kwaad begrijpen, daar dit onderscheid eerst na het eten voor hem bestond.'

  Kierkegaard schetst Adam als een dier, dat langzaam de geest krijgt. Geest hangt bij Kierkegaard samen met angst: geest is het besef bij het ontwakende dier dat er naast een lichamelijke dimensie, ook een psychische dimensie is.
  Het dier is alleen maar lichaam en daarom altijd onschuldig: het heeft geen kennis (van goed, kwaad, of wat dan ook.)
  Maar de mens ontwaakt, en dit ontwaken is een wakker worden in een peilloze leegte: het ontwakende dier weet dat er iets te weten valt, maar het heeft geen idee wat er allemaal te weten valt:

  Heel de werkelijkheid van het weten slaat neer in de angst als het griezelige niets van de onwetendheid

  Persoonlijk vind ik dit een behoorlijk sterke analyse van het begrip angst (wat iets anders is dan vrees).
  Maar hoe hoe zit het dan met Adam en zijn appel? Volgens Kierkegaard heeft angst altijd ook een aantrekkende kant:

  Wanneer men wil letten op de kinderen zal men deze angst nader aangeduid vinden als een zoeken naar het avontuur, het griezelige, het raadselachtige.

  Het niets van de onwetendheid boezemt angst in, maar trekt ons tegelijkertijd aan, dat hele domein van de psyche is niet alleen raadselachtig, het draagt ook de belofte van vrijheid in zich. En dat is precies wat er gebeurde toen God tot Adam 'sprak'. Van deze woorden begreep Adam niets, hij was als een dier waar je een dreigende toon tegen aanslaat:

  ...sterven, daarvan begrijpt Adam natuurlijk niets; niets belet echter - wanneer men aanneemt, dat dit tot hem gezegd is - dat hij de voorstelling van iets verschrikkelijks krijgt.

  De geestelijk ontwakende Adam, vol angst voor alles waar hij niets vanaf weet, heeft in ruil voor niets een 'raadselwoord' gekregen. Er is 'iets' wat hij niet mag doen. Maar als hij het niet mag doen, zou hij het dus ook wel kunnen doen: in Genesis zien we hoe een ontwakende aap zijn vrijheid, zijn angst en zijn schuld ontdekt.