zondag 21 februari 2016

Inspirerend

RGB Free. by SisCiel
Daan Roosegaarde schijnt een inspirerende man te zijn. Ik heb die College Tour-aflevering met hem eens teruggekeken, voornamelijk omdat er een relletje was waarbij het creatieve genie er na een kritisch filmpje vandoor ging, en ik kwam tot een conclusie die ik al eerder getrokken had: Daan Roosegaarde inspireert mij niet.
   
  'Volg je droom', is iets wat Roosegaarde veel zegt. 'Laat je niet van de wijs brengen door de nee-zeggers.' Ook blijkt hij een hekel te hebben aan oude mannen met een dikke buik en is hij van het 'ping-pongmodel' en niet van het 'bowlingmodel'. Het eerste is namelijk een 'klein balletje, vrij goedkoop. En samen maak je een verhaal.' Die 'verhalen' van Roosegaarde zijn meestal een soort installaties: bijvoorbeeld een veld vol stengels die oplichten als je in de buurt komt.

  Als ik Roosegaarde hoor praten moet ik altijd denken aan een slim vriendje waar ik vroeger ook wel eens 'installaties' mee bouwde. Met technische lego, en dan met tandwieltjes en pompjes en hefboompjes iets in elkaar knutselen wat er ontzettend interessant uitziet maar waar niemand wat aan heeft.
  Het enige verschil is dat Roosegaarde vervolgens verkondigt dat zijn installatie 'intimiteit bevraagt' of een 'zoektocht is naar identiteit in de eenentwintigste eeuw.'
  Maar dat is het volgens mij dus niet.
  Het is alleen maar technisch gefröbel van een volwassen jongetje, met quasi-diepzinnigheid erbovenop geplakt om het de schijn van kunst mee te geven.
  Kunst komt echter vanuit het hart en je hoeft maar drie seconden naar Daan Roosegaarde te kijken om te beseffen dat hij een wandelend hoofd is. Hij zou zichzelf tentoon moeten stellen:

  'Daan Roosegaarde, een innovatief kunstwerk dat bevraagt of er zinvolle communicatie mogelijk is door een als mens vermomde marketingwartaal spuiende cyborg.'

Misschien dat dat me nog wel zou inspireren.

zaterdag 20 februari 2016

Vriendelijk

RGB Free, by BlueGum
 Als twaalfjarig jongetje zag ik de miniserie It, met een waanzinnig enge clown die de gedaante van bekende mensen aanneemt. Totdat ik gisteren een documentaire over de levenseindekliniek op tv zag was dat het engste dat ik ooit had gezien. Het goede nieuws is dat ik sinds gisteren van mijn clownsangst ben bevrijd. Het slechte nieuws is dat ik er een panische angst voor zachtaardige mannen met baarden voor in de plaats heb gekregen.

  Sinds gisteren kijk ik elke drie seconden over mijn schouder om te controleren of er geen baardmans met een injectiespuit achter me staat te wachten totdat ik per ongeluk iets zeg ik de trant van 'mooi geweest', 'dat was genoeg' of 'ik hoef niet meer', waarna hij me onmiddellijk vriendelijk doch doortastend op een fauteuil neerdrukt om me uit de goedheid van zijn hart gedecideerd uit mijn lijden te verlossen. En in mijn tuin een sigaretje gaat roken om een 'momentje voor zichzelf te pakken'.

  Zo ben ik net een rondje door de polder wezen hollen en stond ik onder een bruggetje even uit te hijgen, terwijl ik mompelde: 'zo is het wel goed geweest.'

  Meteen sloeg de schrik me om het hart.

  Wat ritselde er daar in de bosjes? Zag ik ik daar een baard tussen de bladeren schemeren?

   'Ik wil niet dood!', riep ik, 'ik geniet van het leven! Ik heb plezier! Kijk me eens lachen!'

  Met een krampachtige grijns op mijn gezicht perste ik er toch nog maar een sprintje richting huis uit, ik trok mijn voordeur open, smeet hem weer achter me dicht en haalde pas opgelucht adem toen ik alle sloten voor de zekerheid drie keer had gecontroleerd.

  'Prima', mompelde ik. 'Dit moet voldoende zijn.'

  Ik had deze woorden nog niet uitgesproken of de bel ging, er zat een vriendelijke doch besliste ondertoon aan en ik dook onder mijn bed, om er de komende vier uur niet meer onder vandaan te komen. Mijn God, wat mis ik die goeie oude clown.

zaterdag 13 februari 2016

Wedstrijd

RGB free, by tzooka
Nou gun ik Johan Cruijff natuurlijk het allerbeste en hoop ik dat hij nog vele jaren onder de levenden verblijft, maar toch vind ik het jammer dat ook hij die voorspelbare metafoor van een wedstrijd weer tevoorschijn haalt:

  Cruijff vergelijkt zijn strijd met een voetbalwedstrijd. "Ik heb het gevoel dat ik 2-0 voorsta in de eerste helft. De wedstrijd is nog niet afgelopen, maar uiteindelijk ga ik winnen."

  Aldus valt te lezen op teletekst.

  Nog afgezien van het feit dat Cruijff uiteindelijk natuurlijk niet gaat winnen, uiteindelijk gaat hij namelijk dood, is het niet aan longkanker dan is het wel aan iets anders, erger ik me het woordje 'strijd'.

  Van alle gebieden waarop mensen tegenwoordig een nauwelijks bestaande persoonlijke verantwoordelijkheid wordt aangepraat, is gezondheid toch wel de gemeenste. Het is een vreemde tegenstelling: aan de ene kant pretenderen we een totaal rationeel wereldbeeld te hebben, aan de andere kant schieten we in een magisch-denken modus zodra het over ziekte gaat.

  'Na een hevige en moedige strijd geleverd te hebben door nog een paar jaar in zijn Toyota rond te blijven rijden, heeft de auto van Jan het uiteindelijk toch begeven.' Dat is ongeveer de strekking van menig overlijdensbericht. Jan heeft geen 'strijd' geleverd door rond te blijven lopen met een lichaam waarin zich een totaal niet door hem te beheersen ziekteproces afspeelt. Als dat ziekteproces dankzij behandeling onder controle komt heeft Jan niet 'gewonnen', net zomin als hij 'verloren' heeft als zijn lichaam het begeeft.

  Het is een ontzettend verneukeratieve manier om doodzieke mensen ook nog eens een schuldgevoel aan te praten als ze daadwerkelijk het hoekje om dreigen te gaan: 'Jammer Jan, had je maar wat harder moeten vechten, jongen.'

  Of in de woorden van longarts Sander de Hosson:

donderdag 4 februari 2016

Plannetje

RGB Free, by ColinBrough
Feyenoord-speler Marko Vejinovic werd onlangs in zijn eigen huis door zes Feyenoord-aanhangers met de dood bedreigd. Dit vanwege de tegenvallende resultaten van Feyenoord.
  Je kan veel van Feyenoorders zeggen, maar niet dat ze erg snel van begrip zijn. Feyenoord werd ongeveer twintig jaar geleden voor het laatst kampioen, en nu, na een serie nederlagen met een elftal waar weinig eer aan te behalen valt, gaan ze verhaal halen bij Marko Vejinovic. Een middelmatige middenvelder die van de zomer voor een paar miljoen bij Vitesse is opgehaald. Hoe zou het beslissingsproces om Vejinovic een bezoekje te brengen zijn verlopen?

  'Jongens, het kan zo echt niet meer. We zijn al twintig jaar het lachertje van Nederland en dat is allemaal de schuld van die Servische rat die hier net een paar maanden rondloopt. Het wordt tijd dat hij zich gaat verantwoorden voor het feit dat hij mijn leven heeft verwoest.'

  Het plannetje is diep in de nacht onder grote geestdrift en geschraagd door vele kratten bier ontstaan:

  'Morgenochtend, het eerste wat we doen! We gaan een daad stellen, mannen!'

  De volgende ochtend ben je het eerst totaal vergeten. Pas bij de tweede sigaret schiet het je te binnen: er was iets, we hadden iets besloten! Vejinovic! Die zouden we eens flink gaan aanpakken! In het felle ochtendlicht lijkt het geweldige plan ineens een stuk minder logisch, met een schuin oog monster je de blikken van je kameraden. Maar die geven geen krimp, iedereen doet alsof het de gewoonste zaak van de wereld is en een half uur later zit je met z'n zessen op elkaar geperst in een Opel, op weg om verhaal te halen bij Marko Vejinovic.
  Iedereen kijkt grimmig voor zich uit en denkt bij zichzelf: aan mij zal het niet liggen.
  Je parkeert de Opel op een straathoek en marcheert naar de voordeur.

  'Ding-dong-dang-dung.'

  Helaas duurt het enige tijd voor de deur opengaat. Er komt een vrouw met een hond voorbij die je vriendelijke toeknikt. Voor je jezelf hebt kunnen corrigeren heb je al vriendelijk teruggeknikt, wat je op een sarcastische blik van je maten komt te staan.

  'Hallo.'

  Marko Vejinovic, hij is het echt. Hij ziet er wat kleiner uit dan in het stadion. Zijn haar zit wat in de war.
  'Wij komen even praten', schreeuwt een maat van je die Vejinovic naar binnen duwt. Verbouwereerd gaat Vejinovic op zijn witte leren bank zitten, naast zijn vriendin die de krant zit te lezen.

  'Dat voetbal, dat lijkt nergens naar!'
  'Nee klootzak', haak je in, 'dat voetbal lijkt nergens naar!'
  'Je bent een rotvoetballer!'

  Terwijl Vejinovic je sprakeloos aanstaart wordt je blik naar de in doodsangst opengesperde ogen van zijn vriendin getrokken en heel langzaam, als een zich openvouwende bloem in het vroege zonlicht, begint het besef tot je door te dringen dat er de afgelopen vierentwintig uur ergens iets verkeerd is gegaan.