woensdag 30 juli 2014

Slippers

Toevallig wandelde ik een paar dagen geleden over een viaduct over de A2 waar mensen op de MH-17 rouwstoet vanaf Eindhoven stonden te wachten. Ik liep een stukje door en ging op een bankje zitten kijken.
  Ik was zeg maar even een ramptoerist-toerist.
Ik zou de sfeer op het viaduct omschrijven als: loom verwachtingsvol. Er was vrij veel politie: twee auto's en een busje. Uit verschillende straten kwamen mensen aan wandelen om zich bij de menigte te voegen.

  Opvallend veel mensen liepen op slippers. Er kwam een meisje op slippers voorbij dat haar hond aan het uitlaten was, ook zij voegde zich bij de menigte. Her en der werden auto's lukraak in de berm geparkeerd, waarna er een gezin op slippers uit de auto tevoorschijn kwam dat zonder op of om te kijken (het is nogal een druk verkeerspunt) naar het viaduct wandelde.
  De rouwenden hadden blijkbaar het gevoel dat zij de verkeersregels even ontstegen waren.
  Kinderen holden heen en weer over het voetgangerpad.
Na een tijdje had ik wel weer genoeg gezien, ik bleef niet zitten om te zien wat er gebeurde toen de auto's voorbij kwamen.
  Maar ik kon me nog een interview herinneren met een man op het journaal. Hij was gaan kijken naar het landen van een vliegtuig met lijken. 'Dan gaat er toch wel even een rilling door je heen', zei de man. Hij leek erg in zijn nopjes te zijn met deze ervaren emotie en keek de interviewer aan alsof hij een complimentje verwachtte.
  Aangezien het uit de lucht geschoten worden door een raket weliswaar een tragedie, maar geen heldendaad is, kunnen we denk ik wel vaststellen dat het ge-applaudiseer op die viaducten vooral voor de mensen op de viaducten zelf is bedoeld.
 

donderdag 24 juli 2014

Apen

Ten aanzien van de reacties op de ramp met vlucht MH17 lijken er twee stromingen te zijn. De eerste is die van 'hoe meer aandacht hoe beter.' De tweede is de stroming 'get out of my body bag', zoals Arnon Grunberg het in de Volkskrant verwoordde met een citaat van Kurt Vonnegut.

  Boze brieven voor Grunberg waren vandaag het gevolg.

  Lange rijen mensen stonden gisteren op viaducten naar de rouwstoet te kijken. Deze mensen zijn volgens mij in twee groepen te verdelen: de zoekers naar verwerking en de zoekers naar sensatie. Leden uit de eerste groep zijn oprecht geschokt en zoeken een manier om met dit gevoel om te gaan. Leden uit de tweede groep zien het gebeuren vooral als een real-life versie van de Titanic-film.
  Hoewel ik meer sympathie heb voor mensen uit de eerste groep, zou ik denk ik als familielid van een getroffene op beide groepen mensen niet zitten te wachten.
  Tegen de eerste groep zou ik zeggen: 'Ik begrijp je ontzetting, maar dit is niet jouw verdriet. Je kende de mensen niet en je wil vooral je eigen gevoel kwijt. Doe dat thuis en laat ons alleen.'
  Tegen de tweede groep zou ik zeggen: 'Hier heb je twaalf euro. In de bioscoop draait op dit moment Dawn of the Planet of the Apes. Veel plezier.'

woensdag 23 juli 2014

Verhaal

De ramp met vliegtuig MH17 is een verhaal. Een verhaal dat mensen aan de buis gekluisterd houdt.
Waarom betalen mensen twaalf euro om op een groot scherm drie uur lang te kijken hoe een grote boot zinkt en helemaal op het einde Leonardo di Caprio verdrinkt?
  We zijn gek op drama, maar we zijn niet gek. Drama in ons eigen leven zitten we niet altijd op te wachten. Dankzij onze spiegelneuronen kunnen we echter uit de tweede hand drama beleven. Daar verdienen filmmakers hun geld mee. Tweedehands drama is de perfecte middenweg tussen sensatie en veiligheid.
  Vandaag was de derde akte van het MH17 drama op tv: een lange stoet auto's met dode mensen reed over de snelweg.
  De Volkskrant drukte enige dagen geleden portretjes van de overledenen af. Wat is hier de zin van? Het geeft diepte aan het drama, maar is het de taak van de Volkskrant om het drama te verdiepen? Om de doden tot een soort postume acteurs te transformeren, zodat het hongerig publiek aan haar trekken komt?

Cultuur

Onderstaand filmpje, waarop robots 'muziek maken', is lichtelijk fascinerend. Ze maken natuurlijk niet echt muziek, ze zijn geprogrammeerd om bepaalde bewegingen te maken. Wat is er nodig om ze wel echt muziek te laten maken?
  Ik denk: gevoel en zelfbewustzijn. Daarom schiet het ook maar niet op met pratende robots: ze hebben niets te vertellen.
  Het hele pratende en muziek makende robot verhaal wordt van de verkeerde kant aangevlogen. Begin eens met het creëren van zelfbewustzijn. En zeg dan tegen zo'n robot dat de processor van die robot naast hem een stuk sneller is.
  Afhankelijk van zijn karakter zal hij je uit beginnen te schelden of een droevig liedje componeren.

 

zaterdag 19 juli 2014

Hongerig

Er stort een vliegtuig neer: 193 Nederlandse doden. Sommige mensen storten zich op de ellende met de gretigheid van jongetjes die achter een loeiende brandweerwagen aanfietsen.
  Waarom?
  Hier is ongetwijfeld een psychologische dan wel sociologische reden voor. Blijkbaar levert sensatiezucht ons een evolutionair voordeel op.
  In sommige wijken zitten mensen de hele dag op stoeltjes op de stoep voor zich uit te staren. Ze lezen niet. Ze praten nauwelijks. Het enige wat ze doen, is wachten. Ze drinken bier. Er zit geen enkel leven in, totdat er aan het einde van de straat getoeter klinkt, geschreeuw, een met piepende banden stoppende auto.
  Met sprankelende ogen springen ze op uit hun camping-meubilair: heibel in de tent! Ze rennen naar het vuurtje, beginnen van een afstandje al te schreeuwen, sms'en ondertussen hun vrienden dat er iets aan de hand is.
  Je hoeft niet eens door je wimpers heen te kijken, om een springende troep chimpansees te zien.
 
  Hypothese: voor de overleving van de groep is het van belang om snel en efficiënt op plotselinge gebeurtenissen te kunnen reageren. Daarom is ons brein dit soort gedoe leuk gaan vinden: de adrenaline schiet omhoog, er ontstaat onderlinge verbondenheid. Gretig rennen we op de ellende af,  helemaal in de stemming om de bedreiging het hoofd te bieden.
  Beschaving is onder andere het afleren van dit gejuich. In plaats daarvan lezen we boeken, zien we films. Maar het blijkt toch maar een matig substituut. We blijven hongeren naar echte ellende.
  Zoals bij honden soms de anaal-klieren moeten worden uitgeknepen, omdat ze dankzij hun beschermde leventje niet genoeg doodsangst-scheten laten, zo is Rob Trip er om op gezette tijden onze sensatieklieren uit te knijpen.

woensdag 16 juli 2014

Bevrijding

In de Volkskrant staat vandaag dat de leerlingen uit groep acht van de Julianaschool in Bilthoven al sinds april bezig zijn met afscheid te nemen. Ze hebben niet alleen een musical gehad, maar ook een slotfeest, een afscheidsdiner, een lunch, een bioscoopbezoek en een plechtigheid in een kerk waar ze 'het stokje overdragen aan groep 7'.
  Vooral dat laatste brengt me een beetje aan het giechelen. Het is echter bittere ernst: juf Judith houdt het niet droog ('van alle kanten worden haar tissues aangereikt'). Ook de meisjes zijn in hun element: ze dragen galakleding en hun haar zit 'perfect in de krul'.

  De enigen die niet helemaal mee lijken te willen werken, zijn de jongens. 'Ze staan er wat slungelig bij als ze worden toegesproken', noteert de verslaggeefster zuinig.
  Dat raad je de koekoek.
  Aleid Truijens roept in de Volkskrant al een tijdje dapper op tot meer meesters in het basisonderwijs. Als dit artikel iets duidelijk maakt, is het dat het twee voor twaalf is. Dit is geen voorbeeld van 'feestcultuur' zoals een (vrouwelijke) hoogleraar jeugdsociologie in het artikel beweert, het is Drama-Queen cultuur. Opdoffen, tranen trekken, stilstaan, krul in je haar en nog meer tranen trekken en volgende week doen we het nog eens dunnetjes over.
  Laten die paar meesters die er nog over zijn zich zo snel mogelijk verenigen, het wordt tijd voor het jongens-bevrijdingsfront. Gooi Juf Judith de kerk uit, kan ze lekker thuis bij de Bold gaan zitten janken en dan kunnen de jongens op hun eigen manier de 'overgang' beleven: door de zandbak in de fik te steken en een perfecte krul tegen de voordeur aan te pissen, om maar eens iets te noemen.

zondag 6 juli 2014

Held

Sinds gisteren heb ik een nieuwe voetbalheld en zijn naam is Tim Krul. Eigenlijk ben ik wat te oud voor voetbalhelden, mijn laatste echte voetbalheld was waarschijnlijk Marco van Basten, maar Krul deed dan ook iets waar menig psychotherapeut een puntje aan kan zuigen.

  Tim Krul heeft een jeugdtrauma verholpen. Van 1992 tot en met 2000 deed het Nederlands Elftal vijf keer mee aan een groot voetbaltoernooi. Vier van de vijf keer werd Nederland uitgeschakeld door penalties. In 1992 miste Marco van Basten de beslissende penalty (dag jeugdheld), in 2000 slaagde Nederland erin om zowel tijdens de wedstrijd twee penalties te missen, als de uiteindelijke shoot-out grandioos te verkloten. Inmiddels was ik geen kleine jongen meer, maar serieus student, die Tacitus en Wolkers kent, en al zijn dromen netjes heeft verdrongen, om Lennaert Nijgh maar eens te citeren.
  Dat penalty-trauma was echter geenszins verdrongen en hoewel er tegen de Zweden vier jaar later enige genezing optrad: de pijn bleef.

  En toen deed van Gaal tegen Costa Rica twee dingen ontzettend goed.
  Eén: hij veranderde de verhaallijn. De verhaallijn was tot aan de penalty-reeks: de dappere kleine Costa Ricanen slepen een verlenging uit het vuur en hun super-keeper stopt vier Nederlandse penalties en in Costa Rica breekt een volksfeest uit dat negen dagen duurt terwijl de zon niet onder gaat.
  Nu werd de verhaallijn echter: meester-tacticus van Gaal schudt troef uit mouw en forceert beslissende wending op laatste moment.
  Voetballers zijn mensen, mensen zijn verhalenvertellers en door deze ingreep veranderde van Gaal de complete mind-set van alle voetballers op het veld. Het maakte daarvoor geen moer uit of Krul inderdaad een penalty-killer is: de suggestie is genoeg.
  Maar punt twee maakte het helemaal af: hij bracht niet zomaar iemand in, hij bracht een soort doorgedraaide blufbeer in die in dat strafschopgebied tekeerging als Mike Tyson aan de coke.
  Al die beelden van bibberende Nederlandse voetballers die half bezwijkend naar de penalty-stip toestrompelen om struikelend en neurotisch met hun gezicht trekkend een gigantische kut-penalty te nemen: Tim Krul heeft ze voorgoed van mijn netvlies gevaagd.
  Hij danste door de zestien meter, hij had praatjes, hij zwaaide met zijn armen en zelfs als hij een penalty niet tegen hield had je het gevoel dat hij de Costa Ricaan die zojuist gescoord had mentaal volledig had gebroken.
  Het enige wat het nog intimiderender had kunnen maken was als hij voorovergebogen met zijn rug naar de penalty-nemer was gaan staan en zijn broek naar beneden had getrokken.
  Dit was dus precies wat mijn trauma nodig had: een absolute held, op precies het juiste moment het podium opgeschreven door van Gaal de meesterverteller.