zaterdag 31 mei 2014

Ondertussen in de studio (1)

'Beste Piet, welkom in de studio. Wat brengt je hier?'
'Dank je, ik ben hier aangeschoven om een taboe te slechten.'
'Ha, een taboe, heel goed. Je hebt in de gaten dat je een rechtvaardiging nodig hebt om met je kop op de televisie te komen oreren. En, voor welk taboe heb je gekozen?'
'Nou, dat was nog helemaal niet zo makkelijk. Ik zag een tijdje geleden die Ingeborg Beugel overal kletsen over haar overgang en toen dacht ik: dat lijkt me ook wel wat.'
'Ik voel een maar aankomen.'
'Ja, blijken mannen dus helemaal niet in de overgang te gaan. Dat schoot dus niet op.'
'En toen?'
'Toen dacht ik aan die keer dat mijn vrouw heel ziek was en ik snel een ticket naar Hawaii boekte om daar in mijn kracht te gaan staan. Er rust een vreselijk taboe op het in de steek laten van stervenden.'
'Ja, vreselijk dat taboe. Maar?'
'Ik wilde net de publiciteit opzoeken toen ik die trut van een Lideweij Bosman bij Humberto Tan precies hetzelfde verhaal hoorde vertellen. Ik gooide bijna mijn bierpul door het scherm.'
'Wat een ellende zeg. Maar vertel: welk taboe is het dan toch geworden? Wat kom je hier bespreekbaar maken?'
'Ik ben echt diep gegaan. Ik heb doorgestoten tot de kern. Er is één vreselijk taboe waar nog in alle talen over gezwegen wordt.'
'Je maakt ons nieuwsgierig Piet.'
'Waar ik over wil praten, en dat doe ik dus om een taboe te doorbreken, ik zit hier niet voor mezelf, ik denk dat miljoenen mensen hier mee worstelen, is dat je er nog steeds niet voor uit mag komen wanneer je een chronische narcist bent die gewoon alles in zijn leven aangrijpt als rechtvaardiging voor een minuutje aandacht.'
'Jemig Piet, daar word ik wel even stil van. Dit komt wel heel erg dichtbij. Zelf kan ik daar natuurlijk over mee praten. Ik moet zeggen..'
'Ho, het ging over mij..'
'Ja maar wat je zegt..'
'Maar de kern is dus...'
'Geef die microfoon eens terug..'
'Ik heb een missie!'

dinsdag 27 mei 2014

Verdwaald

De voorpublicatie van het eerste hoofdstuk van de biografie over Wim Kieft maakt nieuwsgierig. In tegenstelling tot veel andere voetballers, lijkt Kieft verdacht veel op een romanpersonage. Wat is een romanpersonage? Daar kan je natuurlijk van alles over zeggen, maar persoonlijk vind ik dat een romanpersonage in ieder geval verdwaald moet zijn.
  Je kan verdwalen in van alles: een relatie, de literatuur, je eigen verbeelding en dankzij Wim Kieft weten we dat je ook kunt verdwalen in de voetbalwereld. Met verdwalen bedoel ik dan: op een plek terecht komen waar je eigenlijk totaal niet thuis hoort, en waarvan je het vage vermoeden hebt dat je niet de enige bent die dat doorheeft.

 Een snuivende, stuiterende en kamelen-rijdende Andy van der Meijde kan natuurlijk behoorlijk vermakelijk zijn, toch zou ik hem niet verdwaald willen noemen. Andy van der Meijde die met veertien pillen in zijn maag omgekeerd op een kameel zittend een kruispunt van Liverpool oversteekt: op de één of andere manier klopt dat gewoon helemaal.
  Je hebt niet het idee dat Andy van der Meijde ergens een verkeerde afslag heeft genomen: als hij niet zo goed kon voetballen en lasser of automonteur was geworden, was hij uiteindelijk ook wel met veertien pillen in zijn maag op een kruispunt beland. Het enige dat het voetbal heeft toegevoegd is dat hij geld genoeg had om ook nog een kameel te kopen.
  Bij Kieft voelt dat anders. Wanneer Kieft met een gloednieuwe Ajax-tas met de tram naar de training moet, schaamt hij zich kapot: 'En dan de hele rit de angst dat ze me straks misschien nog iets gingen vragen ook. Zo, speel jij bij Ajax, jongen? Ik begon al te blozen bij het idee.’
  Hoewel hij zijn best doet om in zijn eerste wedstrijd voor Ajax 1 zo onzichtbaar mogelijk te zijn, blijven ze hem om de één of andere reden toch steeds opstellen. Kieft: Natúúrlijk hoor ik niet in het eerste. Dit is allemaal één grote vergissing.’
   En dan wint hij twee seizoen later ook nog de gouden schoen: de ellende kent geen einde. Zoals Josef K in Kafka's proces steeds meer verstrikt raakt in een ondoorgrondelijk rechtsyteem, zo lijkt Wim K langzaam maar zeker in de voetbalwereld verstrikt te zijn geraakt.

zondag 18 mei 2014

Stijl


Dus dat weten we ook weer: het 1-5-2-1-2 systeem is geen magische oplossing die ervoor zorgt dat matige voetballers ineens de pannen van het dak gaan spelen. Het voordeel van dit inzicht lijkt te zijn dat van Gaal lichtelijk lovende woorden over Sneijder en van der Vaart begint te spreken.
  Van Gaal heeft eens goed om zich heen gekeken en begint zich te realiseren dat zelfs de Goddelijke Louis niets kan beginnen met al dat zogenaamd van talent barstende Eredivisie-grut. Dus is Sneijder ineens een 'hele goede voetballer' en heeft van der Vaart wel een 'bewezen staat van dienst.'
   Hij sprak dit soort teksten alsof heel Nederland twee jaar lang het tegenovergestelde geroepen heeft, maar laten we daar niet moeilijk over doen. Laten we blij zijn dat het erop lijkt dat van Gaal langzaam een draai aan het voorbereiden is. Want je kan ze neerzetten zoals je wilt, 1-4-3-3, 1-7-2-1 of 1-2-3-4-1 met een puntmuts en een kratje bier, als ze niet zo goed kunnen voetballen kan je het sowieso wel vergeten.

  Daarom snap ik die discussie over het wel of niet meenemen van van der Vaart ook niet zo goed. Als er iets is waar ik naar snak als ik al dat harde werk zie, is het wel een voetballer. De essentie van een goede voetballer is namelijk dat hij niet hard hoeft te werken. Het werk is al gedaan: de afgelopen twintig jaar op pleintjes, veldjes, grotere veldjes en hoofdvelden.
  Goede voetballers werken niet meer, goede voetballers plukken een bal uit de lucht, zwaaien even naar hun vriendin en zetten met een kromme pass drie mensen vrij voor de keeper. Daarom is het ook zo prettig om naar goede voetballers te kijken: je kijkt naar een perfect eindproduct. Als je een roman leest wil je ook niet dat het zweet van de schrijver en de blinde paniek van de redacteur nog uit de pagina's opstijgen.
   Mensen die ervan genieten om te zien hoe elf mannen heel erg hard rondrennen en soms wat gedesoriënteerd ergens tegenaan schoppen wil ik graag doorverwijzen naar een nachtelijk uitgaansgebied in een middelgrote provinciestad.
   Tegen van Gaal zou ik willen zeggen: verliezen doen we toch wel, laten we dan in godsnaam verliezen met een beetje stijl.

dinsdag 13 mei 2014

Drama queen

Mag ik die Conchita Wurst, oftewel Tom Neuwirth, een ontzettende aansteller en huilbaby vinden? Of ben ik dan een intolerante seksist, homofoob en algeheel slecht mens? Het is namelijk niet dat ik iets tegen transgenders heb. Als Tommy een pruik op wil zetten en als vrouw verkleed door het leven wil: mijn zegen heeft hij. Het probleem bij Tommy lijkt te zijn dat dit niet genoeg is. Tommy zou rustig als vrouw in een taartjeswinkel kunnen gaan werken. Praatjes maken met de klanten, taartjes aanbevelen. Sommige collega's zou hij toevertrouwen dat hij eigenlijk een man is. 'Goh', zouden die collega's dan zeggen, 'interessant. Heb je de vlaai al bijgevuld?'
 
  Maar dat is dus niet de bedoeling. Dus doet Tommy er nog een schepje bovenop en verft hij een baard op zijn gezicht. Dat is dus gewoon vragen om problemen. En hij gaat met zijn unisex persona meedoen aan talentenjachten en reality-shows.
  Maar nog steeds is hij niet waar hij wezen wil. Totdat hij de jackpot raakt: het Eurovisie Songfestival.  Eindelijk alle camera's op Tommy gericht, Tommy als het boegbeeld van de homobeweging. Met een middelmatig liedje saboteert hij een muziekfestival en maakt hij er een politieke kwestie van.
  Wie is hierbij gebaat? Als homo zou ik niet echt blij zijn met dit huilerige wrak dat zich door twee mannen moet laten ondersteunen om uit een stoel te kunnen komen. Als vrouw zou ik me ronduit beledigd voelen: het is overduidelijk dat Tommy graag de drama-queen uithangt, maar dat hij daar als man de mogelijkheid niet toe heeft. Dus verkleedt hij zich als vrouw en mag hij huilen, kwetsbaar zijn, het middelpunt van de aandacht zijn. Niet echt een boegbeeld voor het feminisme. Of voor de kwetsbare man: blijkbaar moet je je als vrouw verkleden om je kwetsbare kant te kunnen tonen.

  We kunnen dus de homo's, de mannen en de vrouwen afstrepen als doel van Tommy's idealisme. Eigenlijk blijft er bij nader inzien maar één belanghebbende over. Tom Neuwirth heeft uitstekend werk gedaan voor de erkenning van Tom Neuwirth.

zondag 11 mei 2014

Het Diner Revisited

Volgens Herman Koch waren mensen vijf jaar geleden jaloers op zijn succes met 'Het Diner'. Een goede reden om 'Het Diner' eens te herlezen. Geen vervelend werk: ook bij herlezing valt weer op hoe prettig je erdoorheen zoeft.
  Wat valt nog meer op? In feite bestaat het boek uit drie delen van ieder rond de honderd bladzijden. De eerste honderd bladzijden is vrij rechttoe rechtaan sociale satire. Paul Lohman becommentarieert de interessanterig-doenerij in een chic restaurant, en andere vormen van snobistisch gedrag, zoals huisjes in de Dordogne en Fransmannetje spelen.  Dit gedeelte is geestig, maar niet spectaculair, het leest een beetje als een lang uitgevallen column van Nico Dijkshoorn.
  Daarnaast gaan er ongeveer honderd bladzijden over het feit dat Paul Lohman bij nader inzien geen geestige satiricus is, maar dat hij knettergek is. Persoonlijk vind ik dit het sterkste stuk. We lezen hoe hij als geschiedenisleraar doordraait, hoe hij een fietsenverkoper bijna met een fietspomp te lijf gaat en hoe hij de leraar van zijn zoon aan gort slaat omdat die het waagt kritiek te hebben op een opstel van zijn zoon.
  Wat een beetje jammer is, is dat dit vreemde gedrag veroorzaakt blijkt te worden door een aangeboren 'syndroom', zo aangeboren dat het zelfs met een vruchtwaterpunctie te ontdekken is. Dit laatste verbindt dit deel wel met het derde deel, het deel waar het boek het meest over lijkt te gaan, maar eigenlijk maar vrij weinig over gaat: wat gebeurt er met ouders als hun kinderen een vreselijke misdaad hebben gepleegd?

  Of de zoon de psychiatrische afwijking van Paul heeft geërfd wordt door Koch in het midden gelaten. Ook wordt de vraag wat het met ouders doet wanneer hun kinderen iets vreselijks hebben gedaan (een zwerver in de fik steken), niet echt diep uitgewerkt. In de honderd bladzijden over de misdaad is er vooral veel gedoe met mobieltjes, gedoe over wie wat wel en wie wat niet weet, gedoe met filmpjes, geheime afspraken, afpersing.
  Hier zie je toch dat Koch in de eerste plaats een romanschrijver is en geen thrillerschrijver: het lijkt allemaal reuze spannend maar het gaat uiteindelijk niet echt ergens naartoe en de ontknoping valt me ook bij herlezen weer tegen.
  Twee ouders (Paul en zijn vrouw Claire) willen de misdaad onder het tapijt schuiven. Eén van de andere twee ouders (Serge, de broer van Paul) wil de misdaad opbiechten. Serge is aankomend premier en wil de volgende dag een persconferentie beleggen om te verklaren dat hij zich niet meer beschikbaar stelt. Claire voorkomt dit door na het diner het gezicht van Serge open te halen met een wijnglas.
  De persconferentie gaat daardoor niet door, maar wat lost dit op? Vreemd genoeg gaat Serge na het incident toch weer campagne voeren. En hij ziet af van het opbiechten van de misdaad van zijn zoon en neefje. De verklaring:

'Ik denk dat hij het inmiddels begrepen heeft', zei Claire een paar weken na de gebeurtenissen in het café. 'Hij had het er zelf over: dat hij het als familie wilde oplossen. Ik denk dat hij begrepen heeft dat sommige dingen gewoon binnen een familie moeten blijven.'


Hier geloof ik niet zoveel van. Eerder wilde Serge nog aangifte gaan doen omdat hij het idee had dat zijn zoon aan de schuldgevoelens onderdoor ging. Nu krijgt hij een beetje tegengas en dan bindt hij meteen helemaal in? Zeker voor aan doortastend man die bijna premier van Nederland was vind ik dat niet zo geloofwaardig. Als de knettergekke Paul en Claire alles echt hadden willen oplossen, hadden ze Serge een kopje kleiner moeten maken.