dinsdag 30 juli 2013

Maggie's Farm: over Nietzsche, Dylan en rekbare weerstand

Friedrich Wilhelm Nietzsche painted portrait _DDC1516
Foto: flickr, by Abode of Chaos
In sectie vijf van deel één van Nietzsches Human, all-too Human, schrijft de filosoof met de hamer het volgende: 'Strength or weakness in intellectual productivity depends much less on inherited gift than on the inborn amount of resilience.'

Resilience is een interessant woord, zeker wanneer het wordt toegepast op het werk van de anti-intellectueel Bob Dylan. Ik weet niet welk woord er in het Duitse origineel staat, maar uit het vervolg van de passage wordt wel duidelijk wat Nietzsche met dit woord bedoelt. Om een intellectuele prestatie te kunnen leveren, moet de zoon eerst alle culturele bagage van de vader verteren, om het vervolgens nog een stapje verder te kunnen tillen.
  Resilience betekent in deze context: incasseringsvermogen, het vermogen om in korte tijd bakken (culturele) informatie te kunnen verteren, alles wat er voor jouw tijd bedacht en geschreven is verwerken, zodat je vanaf die springplank je eigen sprong kunt maken.
  Interessant genoeg betekent resilience echter ook: weerstand, veerkracht. In de psychologie wordt het begrip gebruikt om aan te geven in welke mate iemand na moeilijke omstandigheden weer 'terug kan veren.'

  Beide begrippen zijn op Dylan uitstekend van toepassing. In zijn jonge jaren ging hij als een waanzinnige door een eeuw aan muzikaal erfgoed heen, hij zoog de blues, folk en poptraditie op alsof zijn leven ervan af hing. In meerdere biografieën trekken vroege vrienden de vergelijking met vloeipapier: hij zoog haast automatisch elke noot op die hij hoorde, als een spons bewoog hij zich door de muzikale geschiedenis.
  Maar ook de tweede betekenis van resilience is uitermate Dylaniaans: zijn weigering om zich aan één enkele stroming of sound te verbinden, zijn bijna pathologische neiging om elk labeltje al bij voorbaat te verscheuren, zijn legendarisch.
  De twee betekenissen van die volgens Nietzsche zo belangrijke resilience komen bij Dylan samen op 25 Juli 1965. Al een paar jaar was hij de poster-boy van de nieuwe folk beweging, op wonderbaarlijk jonge leeftijd had hij zich een compleet vocabulaire eigen gemaakt en verrijkt met zijn eigen akoestische liedjes. En nu was het tijd om de zaak weer op te blazen. Op het Newport Folk Festival plugt hij zijn elektrische gitaar in om, onder andere, Maggie's Farm te spelen. Een klap in het gezicht van alle pure folk-liefhebbers, maar Dylan is bijzonder duidelijk, hij heeft er even geen zin meer in:

Well, I try my best
To be just like I am
But everybody wants you
To be just like them
They sing while you slave and I just got bored
I ain't gonna work on Maggie's farm no more




maandag 22 juli 2013

Yuppen 3: Een moeizame terugreis

Camper Van
Foto: flickr, by Bev Goodwin
'Kan het niet wat zachter?' Mark krabbelt moeizaam overeind van de vloer. Lag hij eindelijk te pitten, neemt ze weer een veel te scherpe bocht. Als een illegale Mexicaan wordt hij door de camper heen en weer geklotst. 'We hebben toch geen haast?'
  De rug van Ellen-Fleur zwijgt. Twee zweetplekken tekenen zich af op haar witte blouse, haar gezicht verraadt niets. Nadat ze zich met de camper door de menigte op de berg hadden geworsteld was het grote zwijgen begonnen. Ze hadden een paar uur gereden en aan de kant van de weg de nacht doorgebracht. De volgende dag was de stemming als iets beter, maar toen ze nietsvermoedend een tankstationnetje in waren gelopen was het snel uit geweest met de pret. Meerdere kranten hadden zijn kop op de voorkant afgedrukt, godzijdank had hij een petje en een zonnebril opgehad. Hij was als een razende terug de camper ingedoken, Ellen-Fleur had een krantje voor hem meegenomen.

  Hij pakt het verkreukelde krantje van de vloer en vouwt het uit op het opklapbare tafeltje. 'L'idiot néerlandais', luidt de kop in koeienletters. Iemand heeft hem vastgelegd op het moment dat hij op de knie van een vent gaat staan die op de grond ligt, naast de man liggen twee krukken. Fransen kijken verbijsterd toe. Een oorlogsveteraan, hoe is het mogelijk. Mark wist niet eens dat die nog bestonden. Volgens de moeizame vertaling van Ellen-Fleur had de man zich weer even in Duitse gevangenschap gewaand, het was allemaal weer teruggekomen.

  Als een gek hadden ze hun foto's van Facebook verwijderd, de bril, shawl en het petje hadden ze in een vuilnisbak naast de weg gedumpt. Gelukkig hadden er nog niet veel mensen op de foto's gereageerd, iedereen had het te druk met wauwelen over vrouwenvoetbal.

  Met een klap komt de camper tot stilstand. Hij wil zich al achter het bankje vandaan wurmen, maar wordt tegengehouden door Ellen-Fleur. 'Over een uurtje zijn we de grens over', snauwt ze, 'dan mag je er weer uit.' Gehoorzaam vouwt hij zich weer achter het bankje. Als zijn vriendin uit het zicht is, begint hij verwoed push-ups te doen op de vloer. Nog een week voor de Vierdaagse, hij moet fit als een panter zijn. Hij zal die Johan met zijn Oranje Leeuwinnen eens laten zien wat wandelen is, met uren voorsprong zal hij finishen. Na vijf push-ups valt hij uitgeput op de kleverige vloer.

vrijdag 19 juli 2013

Yuppen 2: Een vervelend bericht

Tour De France, Gravesend
Foto: flickr, by Nick Traveller
Vergenoegd staat Mark naar zijn urine te turen. Hij heeft de stam van het knullige Franse boompje al twee keer helemaal rond geplast, een niet geringe prestatie. De oranje shawl hangt nog steeds om zijn schouders, zijn persoonlijke lauwerkrans.
  Urenlang hadden ze op het rennertje moeten wachten, met alleen maar lauwe blikken boerenbier als verkoeling. Maar toen de renner eindelijk in zijn gele truitje aan kwam puffen, was hij al die ontbering op slag vergeten. Hij had zich naar voren geknokt (hij had er twee Duitse peuters voor om moeten duwen en was boven op een invalide gaan staan) en hij had wel een kilometer met de fietser meegerend.
  De snorrende televisiecamera's hadden het helemaal afgemaakt. Hij wist zeker dat hij live op tv was geweest, de adrenaline had door zijn lijf gepompt. Wat een verhaal! Ellen-Fleur had hem enthousiast ge-high-fived en was daarna meteen hun camper ingedoken om de foto's op Facebook te plaatsen en er wat nonchalante tweets uit te gooien.
  'Mark heeft net even stukje meegelopen met gele trui #Tourdefrance #Yolo', zoiets zou het wel worden.

  Tevreden kuiert Mark terug naar de gehuurde camper. Dat is zo geweldig aan hun relatie, bedenkt hij, dat ze een perfect ingespeeld team zijn. In de camper is het donker, langzaam komen de contouren van Ellen-Fleur tevoorschijn. Ze zit achter het opklapbare tafeltje naar de laptop te turen en ze fronst.
  Waarom fronst ze?
  'Foto'tje geplaatst?', vraagt hij luchtig. 'Sta ik er een beetje leuk op?' 'Ja, prima', antwoordt Ellen-Fleur afwezig. Ze kan haar blik niet van het scherm losmaken. 'Is er iets?', vraagt Mark, het gevoel dat er iets vreselijks is gebeurd is niet meer te onderdrukken. Met twee stappen is hij bij de laptop, hij buigt zich over zijn vriendin heen en bekijkt het scherm. Het laat een foto zien van Johan en Willemijn, ze staan met hun handen in de lucht ergens op een tribune, Johan heeft een oranje shirt aan, Willemijn heeft vlaggetjes op haar wangen geschminkt.

 'Wat is dat nou?', vraagt hij, zijn stem is schor. 'Waar zijn die nu weer?' 'Vrouwenvoetbal', antwoordt Ellen-Fleur, ze zucht het meer dan dat ze het zegt. 'Ze zijn in Zweden bij het vrouwenvoetbal.' 'Vrouwenvoetbal.' Mark proeft het woord even. 'Is dat echt wat?' 'Dat is echt wat ja', antwoordt Ellen-Fleur, 'dat is het helemaal. Dat is booming, iedereen heeft het erover. Ze hebben al tachtig likes, iedereen vindt het geweldig. We staan voor lul, met ons Franse bergje.'
  'Nou, nou, voor lul. Ik heb wel een kilometer met die gele trui meegerend.' 'Twintig meter, hooguit. En je bent bovenop een invalide gaan staan.'
  Met een zucht zakt Mark op het piepkleine bankje in elkaar, zijn shawl glijdt van zijn schouders op de morsige vloer van de camper.

  'Bovenop een invalide, waar heb je het over?' 'Je bent bovenop een invalide gaan staan Mark, ik zag het net op de televisie. Ze herhalen het continu, die Fransen zijn helemaal gek aan het worden. Ik denk dat je voorlopig maar even binnen moet blijven.'
  'Jezus. Kut Fransen. En wat doen we met dat vrouwenvoetbal? Kunnen we daar nog naartoe?' 'Halen we niet. We moeten ons richten op de Vierdaagse. Daar gaan we weer knallen.'
  Langzaam begint het gezicht van Ellen-Fleur weer wat kleur te krijgen. Ook daarom is hij zo gek op haar: ze laat zich zelden lang uit het veld slaan. 'Jezus, vrouwenvoetbal', zucht hij nog een keer, en hij vouwt zich tot een balletje op het bankje op. 'Denk je dat je alles gehad hebt, gaan die vrouwen ook nog tegen een bal aanschoppen.'

dinsdag 16 juli 2013

Yuppen

Crazy Woman
Foto: flickr, by Jonas M Luster
Een wielrenner met een gele trui aan fietst een berg op. Hij is al bijna zes uur aan het fietsen, hij oogt moe. Langs de weg staan hysterische mensen. Een jongen met een een oranje t-shirt aan danst om de wielrenner heen. Hij zwaait met zijn vuist en roep iets naar de renner. Om de nek van de jongen hangt een shawl. De jongen rent twintig meter met de wielrenner mee, dan geeft hij het op.
  Als hij terugloopt naar waar hij stond, wordt hij om zijn nek gevallen door zijn vriendin. Ze geven elkaar hoge high-fives. Ze zijn ontzettend trots op elkaar en op zichzelf. Ze hebben een paar uur in de zon op een belangrijke wielrenner gewacht. Toen heeft de jongen twintig meter met hem mee gerend met een gekke shawl om zijn nek. En ze waren op de televisie. Ze kunnen niet wachten tot ze hun vrienden hier straks de ogen mee uit kunnen steken. Zij leven echt.
  Als de wielrenner een half uur later geïnterviewd wordt, hij is eerste geworden en staat bovenaan het klassement van de Tour de France, valt hij bijna van uitputting van zijn fiets. Hij vindt dat hij niet ontevreden mag zijn, maar dat het altijd beter kan.

zondag 14 juli 2013

Mannetjes

Lady Red Devils Soccer Home Game
Foto: flickr, by Lower Columbia College
Waarom is dat vrouwenvoetbal zo ontzettend saai? Het meest voor de hand liggende antwoord: omdat ze er niet zoveel van kunnen. Toch is dit niet het hele verhaal. Ik zit ernaar te turen en zie zo nu en dan een fijne cross-pass, voorzet, vliegende tackel. Maar wat je echt bijna helemaal nooit ziet bij die vrouwen, is een fijne individuele actie. Het is alsof je naar twintig Barry Opdams met borsten zit te koekeloeren. Het rent, vliegt, zweet, schreeuwt. Maar nooit eens die fijne panna.
  Waarom pingelen die vrouwen zo weinig? Hiervoor moeten we ons verdiepen in het wezen van de vrouw en het wezen van de pingel. Het wezen van de pingel ligt op straat en heeft te maken met ego's en vernedering.

  Want wat is er fijner dan iemand achteloos passeren, hem terug laten komen, hem nog een keer passeren, tussendoor even je schoenveters strikken en dan voor de derde keer passeren?
 Ik kan me echter zomaar voorstellen dat vrouwen hier helemaal niets mee hebben. Jongetjes luisteren braaf naar het gelul van de trainer over teambelang en sportiviteit, en gaan dan het veld op met als enige doel zoveel mogelijk tegenstanders door de benen te tikken. Of ze winnen kan ze niet eens verrotten.
  Meisjes denken braaf in het teambelang en hebben respect voor de tegenstander.
  Op die manier wordt het natuurlijk nooit wat. Als het vrouwenvoetbal iets nodig heeft, dan is het een klootzakje.
  Pas als ik een Braziliaans meisje in een halve finale een heel middenveld zie over steken, waarna ze vlak voor de doellijn haar middelvinger tegen de keeper opsteekt en met haar borsten de bal over de lijn duwt, ga ik een klein beetje in dat vrouwenvoetbal geloven.
  Tot dat moment blijven het twintig Barry Opdams in beha, en daar wordt toch echt niemand vrolijk van.

donderdag 11 juli 2013

Stegosaurus

Stegosaurus
Foto: flickr, by London Permaculture
Godzijdank is hij niets veranderd. Hij staart me aan met dezelfde goeiige kop als vroeger. Hij heeft, in tegenstelling tot veel andere jeugdvrienden (de verraders), geen buikje of een dikke kop gekregen. Ook is hij nooit aan een carrière begonnen en loopt hij niet op zaterdag met een tevreden hoofd een buggy voor zich uit te duwen. Hij staat op een klein heuveltje en naast hem ligt een ei. Maar dat ei lag twintig jaar geleden in de platenboeken van de bibliotheek ook al naast hem, dus daar is helemaal niets mis mee.
  Ik aai hem schuchter over één van zijn ruitvormige rugplaten. 'Braaf', mompel ik, ik kijk wat beschaamd om me heen. Maar het is rustig in de museumtuin, loom schijnt de zon, het gras ligt zachtjes te verdorren en alleen in de verte laat een opa zijn kleinkinderen uit.

  'Wil je hier nog lang blijven staan', vraagt mijn vriendin. Ook zij tuurt naar de Stegosaurus. Toen ze had voorgesteld naar het Oertijdmuseum te gaan, had ik eerst nog wat tegengesputterd. 'Zijn we daar niet wat te oud voor?', had ik gezegd. 'Stel je niet aan', had ze geantwoord, 'ik weet dat je het leuk vindt.'
  Ze heeft gelijk, ik vind het inderdaad leuk. Ik kijk opzij. Ze schuift haar zonnebril op haar voorhoofd. Misschien hoeft niet alle verandering altijd maar negatief te zijn.
  'Zielig hè', zegt ze,  terwijl ze naar het ei wijst. 'Staat ze hier al die jaren, komt dat ding nooit een keer uit.'

maandag 8 juli 2013

Taboe

Fifty Shades of Grey
Foto: flickr, by ellebnere
Laatst stond er in de Volkskrant een artikel waarin weer eens beweerd werd dat het steeds lastiger is te shockeren. Het taboe verdwijnt etcetera. Volgens mij is het taboe overal. Het interessantst zijn de taboes die nauwelijks opvallen, de onuitgesproken moraal.
  Gedachten-experiment: bedenk een film waarin een man zijn uiterste best doet zich te vermaken met vrouw en familie, maar zich kapot verveelt en uiteindelijk toch maar liever met veel opluchting aan het werk gaat, waar hij de tijd van zijn leven heeft.
  Deel twee van deze vraag: bedenk een film waarin een vrouw haar best doet carriere te maken, maar er geen moer aan vindt en aan het einde van de film lekker thuis bij de kinderen gaat zitten en voor haar man gaat koken. (De juiste morele boodschap is er uiteraard wel in overvloed, Hollywood neemt zijn verantwoordelijkheid in de opvoeding zeer serieus.)

  Dat je in de literatuur minder lang hoeft te zoeken om een man te vinden die een pesthekel aan zijn gezin heeft, zegt vooral iets over de status van literatuur: lettertjes kunnen ons echt niet meer deren.
  Ter illustratie gedachten-experiment twee: een tv-serie over vijftig-tinten grijs, zodat we na het journaal met z'n allen kunnen zien hoe Anastasia Steele door haar minnaar onderworpen wordt aan sado-masochistische rollenspellen.
  Hoort u de wolven al?

dinsdag 2 juli 2013

Bestemming

schoolbus on water
Foto: flickr by Hans Splinter
Dankzij de werkzaamheden bij station Den Bosch wordt de forens die richting Utrecht moet gratis en voor niets naar zijn basisschooljeugd terug gebracht. Een flashback, en je hoeft er niet eens voor aan de drugs. Op het moment dat de wielen van de bus die is ingezet beginnen te rollen, is het ontegenzeggelijk daar: het schoolreisje.

Met grote ogen kijken we naar buiten. Vol ontzag staren we naar de rug van de grijze chauffeur die met ingesleten nonchalance het bakbeest het verkeer door stuwt.
  Een zakenman zet zijn koffertje op de grond en begint vergenoegd een rolletje drop op te peuzelen. Twee rijen daarvoor deelt een Chinese vrouw boterhammen met pindakaas aan de hongerigen uit. Op de achterbank zitten de Marokkaantjes die te stoer zijn voor school en aan het middenpad steekt een vijftiger zijn vinger op: 'zijn we er al?'
  Hij herinnert zich niet meer dat we er allang zijn geweest: voordat het leven werd opgeslokt door spreadsheets die tot voorzichtig optimisme aanzetten, hoewel er wel wat gezwaluwstaart moet worden in bilateraaltjes om alle neuzen langzaam de juiste kant op te manoeuvreren.