zondag 29 april 2012

Caracara


Dokter en priester op het strand


Het broeit, in De allerlaatste caracara ter wereld van Peter Verhelst. De Belgische arts Victor Duval werkt in deze roman op een tropisch eiland waar de zon altijd schijnt en de fregatvogels loom over de suikerrietvelden zeilen. Wanneer er op een dag een vrouw aan de vloedlijn gaat staan, uitkijkend over de zee die haar geliefde heeft verzwolgen, is het uit met de rust in dit tropische paradijsje.

 Duval wandelt naar het strand en constateert dat de vrouw wacht op iets dat nooit zal komen. Zijn enige vriend op het eiland, een priester, is dat niet met hem eens: 'Ze weet dat het verdriet haar zal helpen te leren wat ontkenning is. Als al het overbodige weg is, vult God je op.'  Duval antwoordt dat de priester op deze manier 'het wetenschappelijk principe van vacuüm naar aloud gebruik van de Kerk opvult met onzin.'

De een-tweetjes tussen de arts en de priester zijn geestige intellectuele intermezzo's in een roman die verder vooral mysterieus en sensitief van aard is. Verhelst schrijft naast romans ook poëzie en dat toont zich in de sfeervolle beelden en de wijze waarop het verhaal haast achteloos, tussen neus en lippen door, vaste vorm krijgt. Voor de meer analytisch ingestelde lezer kan deze sensuele roman een uitdaging vormen, de zintuiglijke lezer zal de puntjes met plezier zelf verbinden om met ingehouden adem toe te zien hoe het tropische paradijs voor Victor Duval langzaam verandert in zijn persoonlijke hel.

Deze recensie verscheen eerder in Medisch Contact

vrijdag 27 april 2012

Sluikreclame

Soms zie ik een film en dan denk ik: was ik maar een filmregisseur.
  De totale controle lonkt: controle over de teksten, de bewegingen van de acteurs, de cinematografie, de muziek en het verhaal. Hierna denk ik meestal aan de enorme hoeveelheid energie die het moet kosten om al die mensen de juiste dingen te laten doen en dan denk ik al snel: dat wordt niets.
  Niet alleen ontbreekt het me aan elke vorm van relevante vooropleiding, het ontbreekt me waarschijnlijk ook in ernstige mate aan het geduld om twintig mensen twintig keer op de juiste manier zogenaamd spontaan met elkaar in een café te laten praten, terwijl er op de voorgrond een vrouw van een tweeling bevalt en de parkiet van de hoofdpersoon voor de zoveelste keer uit zijn draagbare kooitje is ontsnapt zodat hij in de soep poept die een ober juist bij een culinair recensent neer wil zetten, waarna het spel op de wagen is.

Toen er op mijn werk een scriptje geschreven moest worden voor een promotie-video, rook ik echter alsnog mijn kans. Het is niet helemaal hetzelfde, en de poepende parkiet moet je er zelf maar even bij denken, maar ik heb toch het gevoel dat ik al halverwege het realiseren van mijn droom ben:


woensdag 25 april 2012

Vervalsing

Foto: flickr, by Documentally
 'Ajax wordt wéér kampioen door competitievervalsing.' Dat beweert inspanningsfysioloog Raymond Verheijen deze week in V.I. Verheijen onderzocht 27 duizend wedstrijden en kwam tot de conclusie dat clubs die slechts twee rustdagen hebben tussen wedstrijden, aanzienlijk minder kans maken om te winnen. 'De effecten zijn zelfs zo erg dat je de inhaalrace van Ajax van vorig jaar en dit jaar eruit kan verklaren', aldus Verheijen.

Dat laatste is nogal een boude bewering, maar nog niet zo boud als de eerste: dat Ajax dankzij vervalsing straks weer de schaal omhoog mag houden. Laten we even nadenken over wat competitievervalsing precies is: hier is sprake van wanneer de ene ploeg een onrechtmatig voordeel heeft ten opzichte van andere ploegen. Het vermeende voordeel van Ajax is echter niet onrechtmatig, en het woord vervalsing is dan ook misplaatst. Als we ervan uitgaan dat de bevinding van mindere prestaties na twee dagen rust klopt, dan heeft Verheijen geen vervalsing ontdekt, hij heeft een (rechtmatige) factor ontdekt die meespeelt bij het competitieverloop.

Dit is dan één van tientallen (rechtmatige) factoren: behalve het speelschema zijn er onder meer de factoren begroting, de fitheid van de spelers, het aantal blessures en de vorm van de dag. Wanneer  de ene factor je voordeel oplevert (bijvoorbeeld een hoge begroting) kan dat later weer een klein nadeel opleveren (meer wedstrijden moeten spelen en dus minder rust). Dat is nu eenmaal hoe het spel gespeeld wordt, en daar is helemaal niets onrechtmatigs aan. Wanneer je dan toch het woord 'vervalsing' in de mond neemt, geef je een valse weergave van de werkelijkheid. En een valse weergave van de werkelijkheid, dat is nu juist waar iedere integere onderzoeker zich dood voor zou moeten schamen.

dinsdag 24 april 2012

Heiligen

Foto: flickr, by Marie II
Persoonlijk vind ik die Rutte die met deuren loopt te slaan niet zo heel interessant: als ik vier minuten met Fleur Agema had moeten praten was er waarschijnlijk ook al een ruitje gesneuveld. Uit de reconstructie van het Catshuisoverleg dat gisteren in de Volkskrant stond, was te lezen wat 'dat mens Agema' deed: elke keer als er een rapport op tafel kwam te liggen waarin cijfers door rekenmeesters waren doorgerekend, zij ze: 'daar klopt niets van.' Zonder argumenten. Daar wordt je dus helemaal gek van.
  Soms zit ik bij een college filosofie en dan legt een hoogleraar uit hoe de categorische imperatief van Kant in elkaar steekt. Dan gaat er na een abstract betoog dat bestaat uit meerdere elkaar opvolgende argumenten soms een vinger de lucht in: 'maar meneer, is dat niet ook gewoon maar een mening?'
  In gedachten zie ik de hoogleraar heel rustig een uzi uit zijn bureaula pakken, de vragensteller afknallen, waarna twee mannetjes uit een zijdeur tevoorschijn rennen om het lijk af te voeren en de hoogleraar verder gaat met zijn college.

Zeven weken lang de hele dag Fleur Agema: die mannen uit het Catshuis zijn halve heiligen.

woensdag 18 april 2012

Readymades

Foto: flickr, by hwinther
Objet trouvés, gevonden in de trein van Amsterdam naar Den Bosch


1.

'Straks
ben ik alleen maar in de zomer
aan het werk. Ik snap wat je bedoelt en
het klinkt ook heel interessant.

Misschien moet ik even
eten en op krachten
komen. Misschien voel ik het dan.'

2.

'Ik heb het even in een snelle rush gedaan.
Ja,
nee,
uiteraard.

Gaat dat lukken?
Heb je al een foto op het oog,
of?
En heeft u toevallig ook antwoord gekregen
op die extra vraag?
Ja?'

3.

'Hoi, ik ben bijna
in Utrecht.
Ik heb
later de trein
genomen. Het waaide heel hard, dat kon je heel goed horen
op de veertiende
etage. De veertiende.
Die bijeenkomst met ex-klasgenoten gaat vrijdag wel door.'



4.

'In Sittard
wordt deze trein gesplitst.'


maandag 16 april 2012

Ouwe wijven voetbal

Foto: flickr, by BjørnS

Vanavond is het weer zover: Voetbal Insite. Een voetbalpraatprogramma dat zelden over voetbal gaat. Waar gaat het wel over? Over uiterlijk. Huisband Danny Vera heeft zijn laatste valse noot nog niet laten wegsterven, of Wilfred Genee en Johan Derksen zitten al intensief naar elkaars kapsel te loeren. Meestal doet Derksen de openingszet: iets met een föhn, of met zwarte kleurspoeling. Genee kaatst iets terug over de designkapper van Derksen, waarna hij de slappe lach krijgt en nog iets roept over de jaren twintig van de vorige eeuw.
  Zit Jan Boskamp aan tafel, dan worden er hierna dertig grappen over zijn lichaamsgewicht gemaakt: Jan is namelijk te dik. Dit is natuurlijk een eindeloze bron van vermaak, waarbij er gevarieerd wordt op de thema's biefstuk, Febo, koffie met suiker en eten langs de snelweg. Op een gegeven moment vind Rene van der Gijp het tijd iets over voetbal te zeggen: wat is dat toch met die roze schoenen van die spelers? Een gemeenschappelijke tirade tegen roze schoenen volgt, meestal besluitend met iets negatiefs over de jeugd van tegenwoordig.

Kapsels, buikomvang, roze schoenen, zwarte shirtjes (win je volgens Gijp nooit een wedstrijd mee): er is geen borreltafel op tv te vinden waarbij er zoveel over uiterlijk wordt geluld. Voetbal Insite de koffietijd voor mannen?  Slechte vergelijking: de dames van dat programma zouden zich schamen voor zoveel gebep over elkaars lijf.
  Het is half negen, ik zet mijn biertje klaar, punt snel nog even mijn haar bij en schakel over naar RTL 7: méér, voor mannen.

zondag 15 april 2012

Vrijheid

Foto: flickr, by Laura Mary
In de Volkskrant staat dit weekend een interessant interview met Harvard-filosoof Michael Sandel. Het gaat over de ideologie van de vrije markt. De markt zou aantrekkelijk zijn omdat er een idee van vrijheid aan verbonden is. De markt oordeelt niet, maar laat ons zelf kiezen wat we willen. Volgens Sandel gaat daarmee een morele dimensie van het leven verloren. Dat is waarschijnlijk zo, maar ook de eerste stelling, dat de markt met vrijheid verbonden is, is volgens mij dubieus.

  Ik zag eens een mooie documentaire over een Duitse vrouw en haar dochter. De vrouw was in de oude DDR opgegroeid, achter het ijzeren gordijn. Haar tienerdochter was in westerse vrijheid opgegroeid. De vrouw liet haar dochter zien hoe het leven achter het gordijn was. Ze raakte ontroerd toen ze een pak wasmiddel zag: dat middel gebruikte alle families, zodat iedereen hetzelfde rook, net zoals iedereen in dezelfde auto reed en dezelfde gordijnen voor het raam had hangen.

De dochter gruwde hiervan, ze bleef maar door mekkeren over 'vrijheid': ik wil mijn eigen wasmiddel kiezen, riep ze, 'mijn eigen kleren, mijn eigen auto en mijn eigen gordijnen.' De dochter dacht dat ze in veel grotere vrijheid was opgegroeid dan haar moeder, dat ze meer een eigen 'identiteit'  kon ontwikkelen.
  Maar de tv liet iets anders zien: de moeder maakte een volstrekt autonome indruk, terwijl de dochter een soort hyperactieve MTV-kloon was. Ze droeg de kleren die alle meisjes van die leeftijd dragen, en sloeg teksten uit die alle meisjes van die leeftijd uitslaan.  De moeder leek zich achter de rust van het ijzeren gordijn tot een veel zelfstandiger individu ontwikkeld te hebben dan haar dochter die 24-uur per dag bekogeld wordt door MTV, Youtube en Nike, al haar gemekker over een eigen identiteit ten spijt.
  De markt zou weleens een veel grotere dwang op ons denken uit kunnen oefenen dan menig dictator dat kan.

zondag 8 april 2012

Korting

 Hey, I put some new shoes on,
And suddenly everything is right,


- Paolo Nutini, New Shoes


Foto: flickr, by 401K
Een paar dagen geleden was het tijd om nieuwe schoenen te kopen. Aangezien mijn vriendin ook nieuwe schoenen nodig had, maakten we hier een duo-actie van. Bij Scapino hoorden we om de minuut een jingle: 'lever je oude schoenen in, dan krijg je tien euro korting.' Nadat we nieuwe schoenen hadden uitgekozen, togen we naar de toonbank. 'Als ik mijn oude schoenen hier ter plekke uittrek', informeerde ik bij het meisje, 'krijg ik dan meteen tien euro korting?' Dit werd beaamd.
  'Maar thuis hebben we nog een oud paar', haakte mijn vriendin in, 'krijgen we dan twintig euro korting?'
  'Je krijgt tien euro korting op elke veertig euro die je besteedt', luidde het antwoord. Aangezien we samen wel aan tachtig euro kwamen, leek het de moeite te zijn om even heen en weer te fietsen en die oude schoenen op te halen. Eerst rekende ik tachtig euro af, als ik dan tien minuten later twee afgeragde oude paren in een zak gooide, kreeg ik twintig euro terug.
  
  Tien minuten later loop ik de winkel weer in, inmiddels op mijn nieuwe schoenen, maar daar heb je het al: een ander meisje achter de kassa. Dit had Monthy Python written all over it. 'Kan ik u helpen?' Ik liet de kassabon zien en legde de deal uit. 'Dan moet u ze eerst maar terugbrengen en dan weer opnieuw kopen.' Ik leverde ze in, kreeg tachtig euro, gooide twee paar schoenen weg, kocht de nieuwe schoenen opnieuw en hield daarbij twintig euro in mijn zak.
  Toen ik de Vughterstraat af liep naar de Slegte, om die twintig euro meteen aan boeken te verbrassen, was ik erg in mijn nopjes met mezelf. Maar ik was nog niet bij de Slegte aangekomen, of de twijfel sloeg toe. Twintig euro voor twee paar schoenen waar een zwerver zich nog voor zou schamen. Hoe gaat Scapino daar geld op verdienen? Wat weten ze bij die schoenenketen dat wij  niet weten?
  Er is iets gaande, en de gewone man wordt er zoals gewoonlijk weer buiten gehouden.

dinsdag 3 april 2012

Behulpzaam

Foto: flickr, by Paulusch
Gisteren dwaalde ik een half uur door de Amsterdamse wijk Slotervaart, op zoek naar het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis. Ik was uitgestapt bij het dichtstbijzijnde metrostation en dacht dat de rest zichzelf wel zou wijzen, hetgeen een misvatting bleek te zijn.
  Na vijf minuten stapte ik op een man af die voor een gebouw in volkomen rust een sigaret stond te roken. Nu kan je van Amsterdammers zeggen wat je wil, dat ze bijdehand zijn bijvoorbeeld, of alleen kampioen kunnen worden via een omslachtige inhaalrace, ze zijn wel, net als overigens de meeste stadsmensen, behoorlijk behulpzaam.

  Had ik een Brabantse boer om inlichtingen gevraagd dan was deze me waarschijnlijk eerst eens vijf minuten van top tot teen gaan opnemen, leunend op zijn riek, om dan wantrouwig te informeren wat ik daar eigenlijk te zoeken heb, in het Anthony van Leeuwenziekenhuis.
  Zo niet de Amsterdammer. Ik had mijn vraag nog niet gesteld of hij ontwaakte uit zijn lethargie, smeet zijn peuk op de grond, rende met geheven handen de straat op en hield de eerste de beste fietser tegen, een verschrikte vrouw,  om samen met haar te overleggen over de juiste route.
  Dat gebeurde, en vervolgens werd ik helaas precies de verkeerde kant op gestuurd. Uiteindelijk kwam het toch nog goed en was ik net op tijd in het ziekenhuis om de vrouw die ik moest gaan interviewen aan een man van rond de veertig die druk op een tablet zat te tikken te zien vragen of hij toevallig Michiel Hordijk was, hetgeen de man gelukkig stellig ontkende, zodat alles toch nog op zijn pootjes terecht kwam.