maandag 26 maart 2012

Nieuwsgierig


Foto: flickr, by Kennisland
Ik werk tegenover Felix Meritis, een oud gebouw aan de Keizersgracht. Als ik even genoeg heb van mijn computerscherm dwaalt mijn blik door een van de kleine raampjes van de zolder naar buiten. Daar dwarrelt dan een schoolklasje rond de gracht, leraren proberen de kudde in ordentelijke lijnen te jagen.
   Felix Meritis moet in ganzenpas betreden worden.
   Na mijn werk loop ik de gracht een stukje af, steek zo'n Amsterdams heuveltje over om aan de overkant weer terug te lopen. Nu sta ik aan de andere kant van het water, ik kijk naar het zolderraampje waarachter mijn schim van een uur geleden nog steeds zit te typen. Als ik in de toekomst had kunnen kijken, had ik een uur geleden mezelf gezien. Een verdwaasd type, dat een beetje onhandig naar boven staat te turen.
   Ik loop Felix Meritis in. Ik kom verder dan ik had verwacht, maar aan het einde van de gang zit een man op een stoel me op te wachten.
   'Kan ik u helpen', vraagt de man op de stoel.
   'Niet echt', zeg ik, 'ik ben eigenlijk gewoon nieuwsgierig.'
   'Dat is een goede eigenschap', zegt de man.
   'Ik wilde eens zien hoe het er hier van binnen uit ziet', zeg ik. 'Van buiten is het een mooi gebouw.'
   De man zwijgt. Ik kijk naar een trap die omhoog kringelt. De man zwijgt. Ik overweeg de trap te beklimmen, maar bedenk dan dat deze gekkigheid lang genoeg heeft geduurd.
   Buiten schijnt de zon, en ben ik net op tijd voor de tram op het Spui.

zaterdag 24 maart 2012

Verhalen

foto: flickr, by cathdew
De verhalen die een volk over zichzelf vertelt zeggen veel over een volk. Ze vertellen niet hoe een volk is, maar hoe het zou willen zijn. Nederlanders zeggen graag over zichzelf dat ze nuchter zijn en dat ze hard werken. Misschien dat er ergens in de Achterhoek nog een verdwaalde aardappelboer te vinden is waarvoor dit geldt, maar in het algemeen snap ik niet dat mensen die dooddoener nog met droge ogen hun bek uit krijgen.

  Nederlanders zijn sentimenteel, prikkelbaar en ze hebben de meeste vrije tijd van alle mensen in Europa. Als ik Diederik Stapel was zou ik vragenlijsten gaan invullen die bewijzen dat die zaken samenhangen: als je veel vrije tijd hebt, heb je waarschijnlijk meer tijd en ruimte om prikkelbaar te zijn en je mee te laten slepen door stompzinnige mediahypes.
  Sentimentaliteit is een luxeproduct.
Voor mijn gevoel is het ongeveer drie weken geleden dat het land in een massa-hysterie verkeerde omdat het een paar dagen had gevroren.
  Inmiddels schijnt de zon, en is dat fenomeen alweer tevoorschijn gekomen waarin alle karakteristieken van de Nederlander samenkomen: de Lente Lul (copyright Thomas van Luyn).

  Ik sta op mijn balkon en zie een jongen voorbij komen in typische Lente Lul outfit: bermuda, t-shirt, slippers en zijn telefoon in zijn hand. Maar wat de Lente Lul echt een Lente Lul maakt is het hoofd: dat is rood, niet door de de zon, het is achttien graden, maar door de opwinding: de zon schijnt. Ook straalt het hoofd een quasi-vermoeide 'moeder-wat-is-het-heet' blik uit, een blik die zegt: ik doe vandaag helemaal niets meer, ik ga alleen een beetje druk heen en weer lopen in mijn Lente Lul outfit en tegen andere mensen vertellen dat het echt veel te warm is om nog iets te doen.

 De absolute Lente Lul hoofdstad van Nederland is Amsterdam. Als het kwik boven de tien graden stijgt, laat Amsterdam alles uit zijn handen vallen om dodelijk vermoeid neer te ploffen op grasvelden en terrasjes.
  De enige mensen die werken zijn de toeristen. Een lange rij stond gisteren alweer bij het Anne Frank Huis. Een Nederlander komt voorbij: 'geeft ze een huis-feestje, Anne Frank?'
  Was ik bijna het laatste kenmerk van de Nederlander vergeten: we zijn zo lekker direct.

zaterdag 17 maart 2012

Parasieten

Foto: flickr, by matthewgriff
Toen Fred Rutten rond zijn aankomend ontslag bij PSV tegen interviewer Joep Schreuder zei dat hij zijn emoties liever even voor zichzelf hield, antwoordde Schreuder dat hij toch graag wat emotie wilde zien, 'omdat we daar denk ik toch wel een beetje recht op hebben.'
  Toen een voetballer van 36 voor de camera begon te huilen omdat hij een brief op de mat had gekregen waarin vermeld stond dat zijn voetballoopbaan voorbij is, buitelden de commentatoren over elkaar heen, vanwege de 'prachtige authenticiteit.'
  Toen er een bus in Zwitserland tegen de wand van een tunnel aanreed en er 22 kinderen overleden waren, kon je het opgewonden gejuich op de nieuwsredacties bijna horen. Honderden journalisten snelden naar Lommel om heel integer verslag te doen.
  Wanneer een Nederlandse journalist iemand interviewt, of dit nu een voetballer, een politicus of een nabestaande is, kan hij zich eigenlijk altijd het beste als volgt voorstellen: 'Hallo, ik ben de emotie-parasiet, ik kom u uitzuigen ten behoeve van het Nederlandse volk.'  Zo'n introductie lijkt me wel zo eerlijk.

zondag 11 maart 2012

Zonnebril

Gisteren was op Nederland 2 de uitslag van de Opium Verhalenwedstrijd. In de Volkskrant stond een maand geleden een oproep om een verhaal van 500 woorden in te sturen, met als thema 'foute vrienden'. Uiteraard heb ik meteen een verhaal geschreven, helaas was ik te laat met insturen, ik dacht dat de termijn tot een zondag liep, maar hij liep tot een vrijdag.
  Aangezien er 2.100 inzendingen waren, is de kans klein dat ik door onhandigheid mijn 'moment of glory'  ben misgelopen. Of ik had wel tussen die tien pipo's gezeten, om dan vervolgens niet een van de drie winnaars te zijn, wat nog veel zuurder is. En dan had ik ook nog naar dat gelul van Aaf Brandt Corstius moeten luisteren, die denkt dat het vertellen van wat ze gisteren op televisie gezien heeft hetzelfde is als een column schrijven.
  Nee, daar ben ik mooi aan ontsnapt. Ik publiceer mijn verhaal zelf wel, op mijn blog:


De Zonnebril 
Foto: flickr, by spike5515


Toen ik de straat van Wesley inreed stond hij juist onder een lantaarnpaal houten planken in een vuilcontainer te duwen. 'Dat kastje deed me denken aan m'n ex', verklaarde hij toen hij de laatste plank naar binnen schoof en met een klap het deksel van de container stevig in het slot gooide.

In Wesleys appartement zat Rafaël al wijdbeens op de witte leren bank, ik bokste mijn vuist tegen de zijne terwijl Wesley in de keuken drie Mojitos mixte. Rafaël zag er goed uit, zijn zonnebankbruine armen bolden onder zijn witte t-shirt en zijn gouden ringen blonken aan zijn vettige vingers. Uit zijn borstzakje haalde hij alvast het pakje kaarten, toen Wesley met de Mojitos was aangeschoven zette hij zijn donkere zonnebril van RayBan op zijn neus.

Rafaël was in vorm, hij won grote bedragen en na een uur gebeurde het ongelooflijke: Wesley zette zijn auto in. We hadden wel eens een ringetje van elkaar gewonnen, of een autoradio, maar een complete auto, dat was een ander verhaal. Bovendien was het niet zomaar een auto, het was een BMW 7-serie, Wesleys trots die hij maar net uit de klauwen van zijn ex had kunnen redden.
Rafaël tikte even zijn zonnebril omhoog om Wesley met samengeknepen ogen op te nemen. 'Goed', zei hij daarna, 'ik ben wel toe aan een nieuwe wagen.'

Toen Rafaël de winnende kaart op tafel gooide lachte Wesley even, een hoge, schrille lach die me terugbracht naar onze jeugd en het grasveldje achter onze huizen. We hadden een keer een brandend lont aan de staart van een paard gebonden. Toen het vuur de zwarte haren van het paard had bereikt had Wesley precies zo gelachen.
  We speelde nog een paar rondjes en toen stond Rafaël op. Hij knakte even zijn vingers en stak zijn hand naar Wesley uit. 'Geef me je sleutels maar', zei hij. 'Ik moet nog wat uit de auto halen', antwoordde Wesley, 'ik loop wel even mee.'

Ik bracht de lege glazen naar de keuken en telde mijn geld. Ik had niet veel verloren, ik speelde nooit voor grote bedragen. Net als vroeger ging het me vooral om de sfeer, het gevoel met de grote jongens mee te mogen doen.
  Wesley kwam weer boven, even twijfelde ik of ik hem zou troosten met het verlies van zijn wagen, maar aan zijn gezicht zag ik dat ik er beter ook vandoor kon gaan. Toen ik beneden mijn sleutel in mijn slot stak zag ik drie parkeerplaatsen verder de BMW van Wesley staan, vlak voor de vuilcontainer waarvan de deksel open stond.

'Ze zullen wel iets geregeld hebben', dacht ik terwijl ik de klep van de container vastpakte. Maar
de donkere holte van de vuilnisbak liet iets anders zien. In het zachte licht van de lantaarn lag boven op een witte plank in een plas bloed de RayBan zonnebril van Rafaël. Ik bukt me iets meer voorover, om te zien of het echt bloed was, toen er iemand in mijn oor fluisterde: 'niet schrikken, ik ben het maar.'

Het laatste wat ik hoorde was een hoog, wegstervend gehinnik.

maandag 5 maart 2012

Epitheton

foto: flickr, by chicks57
Waarom heeft iedereen het toch altijd over de geweldige menselijke groei van Robin van Persie? En wat is eigenlijk een epitheton ornans? Deze en andere dingen die je nooit hebt willen weten lees je hier.

zaterdag 3 maart 2012

Gelukt

Foto: flickr, by bigmick
Gisteren stond ik op het station van Gilze-Rijen. Op dit station moet je niet te dicht bij één van de twee sporen staan: ongeveer om de vijf minuten raast er een intercity voorbij met een kracht waardoor je bijna Gilze weer wordt uit geslingerd. Laat het die lui van de levenseindekliniek maar niet weten, dat werk ongeveer.
  In de wachtkamer van het bedrijf waar ik zijn moest werd me door de secretaresse een pepermuntje aangeboden. Even later werden we opgehaald om na het gesprek weer terug naar de wachtkamer begeleid te worden. Toen ik mijn naambordje bij de dame achter de balie in wilde leveren vroeg ik waar het toilet was.

  'Dan moet ik even iemand bellen', antwoordde ze, 'dat is in het gebouw.' 

  Een minuut later werd ik door een man van de beveiliging naar de toiletten begeleid. Hij liet me alleen voor een eerste deur, waarna ik nog een tweede deur door moest om bij het toilet te komen. Als ik een bedrijfsspion was geweest had in dat halletje mijn kans gelegen.
  Ik besloot maar niet de bedrijfsspion uit te hangen en liet me na toiletbezoek weer terug naar de receptie begeleiden.
  'Gelukt?', vroeg de dame achter de balie. 'Het is gelukt', zei ik, waarna ik snel nog een pepermuntje in mijn mond stopte alvorens het pand te verlaten.

donderdag 1 maart 2012

Parlementaire journalistiek

'Hé lul!'
Foto: flickr, by Daehyun Park
  -'Haha, jij weer?'
'Ging niet zo goed he?'
  -'Wat?'
'Dat optreden, op televisie. Je leek wel niet helemaal in orde man. Slecht geslapen? Beetje teveel gezopen? Spoor jij eigenlijk wel helemaal?'
  -'Haha, nou met mij gaat het prima hoor.'
'Hé lul. Ik praat tegen je man, niet weglopen he, dat is slecht hoor. Verlies je nog meer stemmen. En ze vinden je al zo'n oelewapper na gisteravond.'
  -'Nou dat weet ik niet hoor.'
'Nee, jij weet het weer niet, wat weet jij eigenlijk wel?'
  -'Nou ik heb..'
'Nou heb je nog steeds geen biertje voor me besteld. Vind je dat normaal? We staan hier bij een bar en jij bestelt geen bier? Is dat fatsoen? Is dat een fatsoenlijke partij? Beetje geen bier bestellen voor mij en mijn cameraman?'
  -'Haha, nou ik bestel wel even een pilsje voor je hoor.'
'Gadverdamme, lauw. Echt weer iets voor jou, lauw bier. Bedankt voor het interview, eikelbijter.'
  -'Graag gedaan hoor. En, kom ik nu op tv?'