zondag 24 juni 2012

Dialect

Foto: flickr, by azrael 74
'Waarom blijven die Spaanse supersterren wel voor elkaar lopen?' Deze vraag houdt de voetbalborreltafels de laatste dagen bezig. 'En die Duitsers, die maken zich ook ondergeschikt aan het team.'
  Ironisch genoeg denken we vaak dat we een landje zijn van 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.' Hollandse nuchterheid en zo, maar ondertussen geen land met zoveel sterallures. Mijn hypothese: we zijn te klein. Niemand kan Duitsland of Spanje ontgroeien, maar als van Persie en Huntelaar zich moeten melden in Hoenderloo, dan voelen ze zich als iemand die het gemaakt heeft in de grote stad en zich voor een familiefeest weer in de provincie moet melden.
  Er is niets aan te doen: we zijn allemaal de half-achterlijke ouders van Arjen Robben. Op zijn verjaardag moeten we stil onze koffie drinken en als het even kan onze mond houden: ons dialect zou hem kunnen verraden.

dinsdag 19 juni 2012

Verlangen naar een gore fluim

Foto: flickr, by tomswift46
Mijn oudemannen-tirade tegen de jongste generatie ('generatie lulverhaal' roep ik tegen de televisie, terwijl ik bier op mijn trainingspak mors) is zowaar te lezen op de site van Voetbal International.

woensdag 13 juni 2012

De hangjongere

Foto: flickr, by Savannah Roberts
Leunend tegen een muurtje
nonchalant
een sigaretje rokend

Pratend
in staccato toontje
verveeld, alsof hij
eigenlijk wel wat beters heeft te doen

Starend in de verte
alsof hij
net terug is uit
het frontgebied
bewaakt hij, angstvallig

zijn houding

maandag 11 juni 2012

Wijze woorden

Foto: flickr, by Dluogs
  'Als het e.k. begint dan staan we er.' Deze woorden werden maanden geleden uitgesproken door de aanvoerder van het Nederlands Elftal, ik geloof na de wedstrijd tegen Duitsland. Hij trok er een gezicht bij alsof hij net zeven jaar tussen de monniken van Tibet geleefd had en nu de bergen af was gedaald om zijn wijsheid te delen met de mensen in het dal.
  Tegen die Duitsers werden we met 3-0 van de mat gespeeld, maar volgens de wijze oude vos van Bommel waren we eigenlijk veel beter geweest.

  'Wacht maar', was de boodschap die er in de fonkelende oogjes van zijn oude mannenhoofd te lezen was, 'dit is allemaal een truc, een rad dat we de Duitsers voor de ogen draaien.' Graag wekt van Bommel de indruk dat hij, in tegenstelling tot gewone stervelingen, dingen ziet die wij niet zien. Door zijn karrenvracht aan ervaring ziet hij drie stappen vooruit, hij is samen met zijn oude nestor Grijze Bert bezig aan een masterplan dat wij onmogelijk kunnen overzien.
  Het ontbreekt er nog maar aan dat hij leunend op een wandelstok het journaille te woord staat, terwijl hij aan een pijp lurkt en net als de kleine goeroe Yoda uit de Star Wars films zijn woorden expres in de verkeerde volgorde zet.

 De wijze woorden van de aanvoerder ten spijt bleven we echter slecht spelen en we bleven maar kletsverhalen aanhoren, hopend dat ze inderdaad bezig waren met iets dat het gewone oog ontging. Inmiddels weten we beter: het gewone oog zag het prima, het Nederlands Elftal speelt al een half jaar als een krant en het voetbal lijkt bij vlagen nergens naar.
  En de sluwe vos van Bommel? Dat blijkt een ploeteraar op het middenveld te zijn die met grote overtuiging de wijze profeet kan uithangen. Als van Bommel slim is laat hij het voetballen volgend jaar gewoon maar helemaal aan zijn piepjonge ploeggenoten over en gaat hij alleen nog maar op de bank met een pijpje in zijn mondhoek wijze woordjes mompelen. Een Gouden Kalf behoort tot de mogelijkheden.

zondag 10 juni 2012

Timmeren

foto: flickr, by guuleed
Gisteren keek ik Nederland - Denemarken tussen het volk. Wat is het volk? Dit is een gevaarlijke vraag, het risico om over te komen als een linkse intellectueel die boeken leest en zich mijlenver boven het volk verheven voelt, is niet gering.
  Laat ik toch een poging doen: de volkse man staat met een strak t-shirt bier te hijsen, je hoeft hem niks op de mouw te spelden, hij is een man van de wereld en als je het niet met hem eens bent dan ben je een sukkel en moet je snel je bek houden. Zijn volkse vrouw is blond, kijkt tegen haar man op, en staat te wachten tot je op haar tenen trapt zodat ze kan krijsen dat je op haar tenen hebt getrapt en haar man je in elkaar kan slaan, terwijl zij tevreden toekijkt.
  Om me ook als een man van het volk te vermommen, deed ik snel een oranje pruik met plastic stekels op, maar toen ik bier ging halen en mezelf in de spiegel zag legde ik deze weer  beschaamd in een hoekje.
  Hoewel het integreren moeizaam ging, bleken het volk en ik toch iets te delen: een grote passie voor  Klaas-Jan Huntelaar. Een groot gejuich steeg op toen deze in het veld kwam, een gejuich waar ik me oprecht bij aan kon sluiten.
  Dat onze held niet bracht wat we ervan verwachtten, betekent niets en als je denkt dat van Persie een betere spits is dan moet je maar eens langskomen, dan timmeren we je helemaal in elkaar.

donderdag 7 juni 2012

Nieuwe media (slot)

Foto: flickr, by mooste
'Hoeren van Babylon', mompelt hij als hij door de stromende regen over de Oudezijds Voorburgwal richting het Rokin wandelt. De rode lichten komen hem voor als een waarschuwing: de likkende vlammen van de hel tonen zich al in de peeskamertjes. Bij de aanlegplaats van de boot staat hij stil. 'Je bent gekomen', hoort hij iemand brommen. 'De verloren zoon is teruggekeerd.'

Uit de schaduw onder een afdak stapt zijn oudste broer tevoorschijn. In het lantaarnlicht ziet hij korsten op zijn broers gelaat, alsof hij aangevallen is door een bende wilde katten.
  'Wat is er met je gezicht gebeurd?'
  'Kinderen. Ze wilden mijn voetbalplaatjes hebben. Ik heb gevochten als een leeuw.'
  'De wereld is gek aan het worden. Waar is iedereen?'
  'Op de boot. Jij bent de laatste.'
  'Heeft Wilma haar minnaar meegenomen?'
  'Ik heb hem niet gezien.'

Zijn vrouw is er een paar jaar geleden vandoor gegaan met de tuinman, een romantisch cliché waar hij vreemd genoeg nog steeds wel om kan grinniken. Het was een Pool met een rug vol tatoeages, een platte buik en een vierkante kop.

  Hij loopt achter zijn broer naar de kade. Ze moeten een trappetje af en lopen over een houten plank de boot binnen. Het is er druk, vochtig en lawaaierig. De ramen zijn beslagen, er is niets van de stad te zien. Zijn kleindochter zit op schoot bij zijn dochter, het kleine meisje haalt een viltstift met driftige halen over een vel papier. De helft van de mensen staat foto's te maken van de andere helft. Alsof de stuurman op hem gewacht heeft, begint de motor meteen na zijn binnenkomst te draaien.

Hij wisselt beleefdheden uit en speurt naar zijn vrouw. Ze zit achterin, ze is in gesprek met een stel tieners. 'Triggerfinger is echt de bom', hoort hij haar boven de muziek uit schreeuwen, 'vet chill.' Hij geeft haar een kus op de wang, ze lacht naar hem en pakt zijn hand. 'Fijn dat je gekomen bent', schreeuwt ze in zijn oor.

Al snel houdt hij het binnen niet meer vol. Hij klimt het dek op, er is een bankje met een afdakje.  Hij had vanavond eigenlijk de papieren van Waterman & Co na moeten kijken. Jansen zal woest op hem zijn.
  De deur naar het dek piept open. Zijn kleindochter rent het dek op, ze speurt om zich heen en als ze hem ziet ploft ze naast hem neer.
  'Deze heb ik voor jou gemaakt', zegt ze tegen hem, ze haalt een verkreukeld vel papier onder haar jasje tevoorschijn. Ze bungelt driftig met haar beentjes heen en weer, ze analyseert zijn reactie.
  Het papier staat vol woeste krassen, het lijken twee gezichten.
 
  'Zijn dat papa en mama', vraagt hij aan het meisje.
  'Dat ben jij met oma', zegt het meisje. 'Als jullie weer samen zijn. De tuinman is weg opa, die is weer naar Polen. En mama zegt dat oma verdrietig is.'
Met deze boodschap laat ze hem weer alleen, ze rent door de regen en smijt de deur achter zich dicht.
  In het lantaarnlicht van de Herengracht kijkt hij naar de kleurige halen van zijn kleindochter en hoewel  het hard regent, lijkt het toch een traan te zijn die daar even aan zijn oude neus blijft hangen.

woensdag 6 juni 2012

Nieuwe media (3)

Foto: flickr, by johnmuk
'Met Jan'
'Jan, alles goed? Stoor ik niet?' Ze klinkt gejaagd, maar dat zegt niets. Ze klinkt al veertig jaar gejaagd.
'Zeg het maar.'
'Zoals je weet wordt onze enige kleindochter morgen alweer vijf.'

 Hij haalt adem, het is niets.

'Jij wilde natuurlijk weer een van je eloquente kaarten sturen. Maar zoals je waarschijnlijk wel gelezen hebt, vieren Anja en Martijn het vanavond met een rondvaart. Het zou leuk zijn als je ook eens kwam.'
 Hij stopt een gehaktballetje in zijn mond.
 'Waar had ik dat moeten lezen?'
 'Je komt toch op haar Facebook.'

 Hij had er inderdaad speciaal een internetaansluiting voor aangeschaft. Twee Turken hadden zijn hele huis overhoop gehaald, zijn kat was uit protest drie dagen niet thuis gekomen. Hij was naar haar 'pagina' gegaan en daar had hij gelezen dat zijn dochter, die in de dertig is, de avond tevoren 'vet veel gezopen had, en nu lekker op de bank brak lag te wezen'.
   Daaronder staken vierendertig mensen hun duim omhoog om te laten zien dat ze dat 'leuk vonden.' De volgende dag kwam hij op haar pagina en toen zag hij zijn schoonzoon die in zijn onderbroek een eitje aan het bakken was. Dat vonden veertien mensen leuk. Hij had het internet dezelfde dag nog opgezegd.

 'Dat virtuele Sodom en Gomorra betreed ik niet meer.'
 'Sodom en wat?'
 'Lees de bijbel maar eens.'
 'De bijbel? Kom je nou of niet?'
 'Hoe laat is het?'
 'Het begint over een uur. Opstappen bij het Rokin. Het wordt vet gezellig en vet romantisch, over het water varen met al die lichtjes.'

 Het bandje is afgelopen en Matthijs heeft alweer twee gasten afgewerkt. Hij luistert half naar het opgewonden geratel van zijn bijna bejaarde vrouw. Ze praat even snel als Matthijs en gebruikt woorden die hij nauwelijks kent. Iedereen wil tegenwoordig zestien zijn. Behalve de zestienjarigen, waarschijnlijk.

 'Ik kan niet', onderbreekt hij haar als ze de complete route van de boot aan hem voor wil leggen, 'ik moet werken.'
 'Werken? Vanavond? Werk je nog steeds voor die lul de behanger?'
'Ik zal kijken wat ik kan doen.'

Hij hangt op. Matthijs sluit af. Zijn spaghetti is koud. De kat miauwt klaaglijk en hij staat voor het raam naar de immer door kletterende regen te kijken.

Nieuwe media (2)

Foto: flickr, by Zhao Shouren
Als hij binnenkomt ruikt hij meteen dat het mis is. Hij trekt de donkergroene gordijnen open, een smoezelig licht valt de zolderkamer binnen. Het regent al de hele maand, boven zijn bed zit een lek, het matras op zijn bed is doorweekt.
  'Zachtjes tikt de regen tegen het zolderraam', mompelt hij, en hij loopt naar het keukentje om een pan te pakken. Als hij met de pan in de hand de kamer weer in loopt klappert het kattenluik, zijn doorweekte kater loopt in een rechte lijn naar zijn mand in de hoek en krult zich tot een bolletje.
  'Mijn kat erkent mijn bestaan niet', denkt hij. Hij zet de pan op zijn bed, de eerste regendruppel valt met een hoge tik op de bodem.
  'Eerst maar eens wat eten, dat scherpt het denkvermogen.'

Uit zijn versleten aktetas haalt hij zijn maaltijd, spaghetti met balletjes van de Albert Heijn To Go. 'Waarheen, waarvoor', denkt hij altijd als hij die winkel binnenloopt, 'waarheen leidt de weg?' Zou het denkbaar zijn dat de Albert Heijn het antwoord op deze eeuwenoude vraag kent?
  Hij zet zijn bakje in de magnetron en stelt hem in.

  'Doe er ook maar een blikje bier bij', had hij tegen het piepjonge meisje achter de kassa gezegd, 'doe maar een halve liter.' Hij gaat met het bier achter zijn tv zitten. Matthijs van Nieuwkerk vuurt vragen op een jonge politicus af. Eigenlijk zijn het geen vragen, eigenlijk zijn het verwijten vermomd als goedbedoelde adviezen. De jonge politicus zweet als een otter, hij is blij voor de jongen dat Matthijs er na een minuut alweer mee ophoudt en het nieuwste, van talent barstende bandje aankondigt.

De muziek klinkt precies hetzelfde als de vorige twintig nieuwe bandjes.

Tegelijk met de hoge piepjes van de magnetron gaat zijn mobiel. 'Vervloekt zijn de nieuwe media', roept hij. Hij zet zijn pils op het tafeltje en sloft naar zijn tas. 'Driemaal vervloekt en nog eens vervloekt. Ze zijn de plaag van deze tijd, een straf voor onze hoogmoed en de weg naar onze ondergang. Twitterend zullen we verzwolgen worden.'

Hij herkent het nummer en houd meteen op met mompelen. Zij belt hem nooit meer. Met een akelig voorgevoel drukt hij het oplichtende knopje in en brengt de telefoon naar zijn oor.

maandag 4 juni 2012

Nieuwe media (1)

Foto: flickr, by kartikay.sahay
Op het station heeft hij een enveloppe en een kaart gekocht. Ze zitten samen in het plastic. In de trein van Utrecht naar Amsterdam scheurt hij het pakje open en als de trein begint te rijden haalt hij uit zijn bruine, versleten tas een ouderwetse vulpen te voorschijn. Hij legt de kaart op het kleine tafelblad naast het raampje.
 Hij veegt door zijn dunne haar. Zijn gezicht is getekend, maar zijn ogen staan scherp. Hij is alleen, maar hij is niet verslagen. Hij begint te schrijven, met rustige, bedachtzame halen. Als hij klaar is ondertekent hij en laat hij de kaart even drogen. Zijn telefoon gaat, hij aarzelt en haalt hem dan uit zijn tas.
  'Ik zit in de trein', zegt hij. 'Dat moet wachten tot morgen.'
Hij legt de telefoon, een dik model van jaren geleden, neer naast de drogende kaart op het blad. Na een paar tellen pakt hij hem weer op, toetst een nummer en zegt: 'Het spijt me, ik doe het vanavond wel.'

Meteen daarna stopt hij de kaart in de enveloppe. Meteen haalt hij hem er ook weer uit, de inkt is uitgesmeerd, zijn mooie handschrift is een kliederboel geworden. Hij kijkt er even naar en scheurt de kaart dan bedachtzaam in tweeën, en nog een keer, en stopt hem in het vuilnisbakje onder het tafelblad. Hij legt de gescheurde stukken bovenop een zwarte bananenschil en klapt het smoezelige bakje weer dicht.
  Weer veegt hij door zijn dunne haar en net voordat hij ze sluit, is te zien dat zijn ogen zo fel niet meer staan.