maandag 27 september 2010

American

Als ik The American, de film waarmee de Nederlandse fotograaf Anton Corbijn een aardig succes had ik Amerika, in één zin samen zou moeten vatten, zou het waarschijnlijk iets zijn als: 'George Clooney rijdt in een auto door Italie en kijkt bedenkelijk'.  Waarmee ik wil zeggen dat het niet echt een volgepakte actiefilm is, meer een film in de richting van de Franse cinema, waarin veel gefronst wordt en uit ramen wordt gestaard. Toch vond ik The American behoorlijk boeiend. Het aardige van George Clooney is dat hij ook bijzonder boeiend is om naar te kijken als hij in een auto rijdt, of een kopje koffie drinkt, of een geluidsdemper in elkaar schroeft (die scene duurt ongeveer vijf minuten, Clooney die aan een tafel een beetje aan het sleutelen en hameren is, toch vond ik het een stuk boeiender dan twee en half uur geren en geschiet in Inception).

Het verhaal is een verhaal wat we eigenlijk al tien keer eerder ergens gezien hebben: een huurmoordenaar op leeftijd wil uit het vak stappen, wordt wat te zacht, gaat zich aan mooie vrouwen hechten wat hem kwetsbaar maakt, maar kan hij zomaar ontslag nemen? Bij het beroep van huurmoordenaar schijnt dit nogal lastig te zijn, werkgevers hebben de neiging om je dan maar meteen overhoop te schieten, in plaats van een handdruk en 'veel succes in je verdere carriere'.

Voor een karakterfilm zitten er een paar verrassend goede actiescenes in, een achtervolging of twee, hier en daar een vuurgevecht. Maar het gaat uiteindelijk om de sfeer, en niet te vergeten de plaatjes. En die zijn prachtig. Italie, de straatjes, de velden, de mensen. Corbijn is een wereldberoemd fotograaf en dat zie je. Hij neemt de tijd om dit (bekende) verhaal te vertellen en hoewel je het einde van een kilometer ziet aankomen, maakt het niet veel uit: het gaat in zo'n film om de reis, niet om de bestemming. Net als in het leven zelf eigenlijk.

vrijdag 24 september 2010

Herfst

Foto: Flickr, by bramloquet
‘Ik heb wel tijgerbalsem, maar ik heb niemand om het in te smeren’.

De man die het zei keek er treurig bij. Hij zei het tegen een oude vrouw, die hing uit een raam. Hij was aan komen rijden in een auto met een deuk erin.

‘Kou op m’n rug’, was het eerste wat hij gezegd had toen hij die auto uit was gekomen, en toen was hij over die deuk begonnen. Het kwam er op neer dat hij van iemand geld zou moeten krijgen, maar het niet ging krijgen, om onduidelijke redenen. En de dokter wist ook al niet wat er met zijn rug was. En het ging slecht op de zaak. Het vrouwtje dat uit het raam hing begon steeds treuriger te kijken. Misschien dacht ze aan vroeger, toen kwam hij ook al altijd met een gescheurde broek thuis, en onderweg was hij zijn huiswerk verloren. En de meester moest altijd hem hebben en voor verjaardagpartijtjes werd hij overgeslagen.

‘Maar heb je dan geen tijgerbalsem’, had ze uiteindelijk maar gevraagd.

‘Voor op je rug?’

Maar hij had dus niemand om het in te smeren. Dat leek me zijn situatie goed samen te vatten, wel tijgerbalsem hebben, maar dan niemand om het in te smeren. Het leek me zo’n man die zichzelf per ongeluk opsluit in een kelder, die dan wel vol ligt met etensblikjes, maar dat hij dan geen blikopener heeft. Gaat hij alsnog dood van de honger, in een kelder vol met eten.

‘Ik smeer je wel even in’, zuchtte de oude vrouw, en klapte het raam dicht. Even glimlachte de man, maar toen moest hij weer aan zijn auto denken, of aan zijn werk. En toen begon het ook nog te regenen.

donderdag 23 september 2010

Nuttig

Jeremy Bentham (1748-1832) was een vroeg pleitbezorger van het Utilisme. Utilisten zijn van mening dat elke handeling beoordeeld moet worden aan de hand van één criterium: levert deze handeling het meeste nut op? Om dit idee ook nog na zijn dood kracht bij te zetten, liet hij een auto-icon maken: een pop die gevuld was met zijn eigen botten, gekleed in zijn eigen kleren en aanvankelijk ook met zijn eigen hoofd erop. Het nuttige van deze handeling zou er in zitten dat er op deze manier geen standbeeld van hem gemaakt hoefde te worden. Het auto-icon kreeg een plaatsje binnen University College London, bij de 100e en 150e verjaardag van de universiteit was Bentham op deze manier aanwezig bij vergaderingen: zijn aanwezigheid werd genoteerd als 'present but not voting.'

Inmiddels is het auto-icon weggehaald: de preservatie van het hoofd was niet helemaal gelukt en lag daarom aan zijn voeten. Dit leidde tot 'ongeregeldheden.' De studenten van Londen hadden een andere invulling van het begrip nuttig: in de gangen van University College werd het hoofd van Jeremy Bentham als voetbal gebruikt.

vrijdag 17 september 2010

Het zwaaien van Enoh

(Ook te lezen op vi.nl)

Woensdag 15 september 2010, Bernabéu Stadion Madrid. Na vijf jaar afwezigheid is Ajax weer terug op het podium waar het vindt dat het eigenlijk elk jaar behoort te staan: de Champions League. Dit is het podium om op te schitteren, eindelijk mogen ze weer mee doen met de grote jongens. De hymne schalt door het stadion, de camera glijdt langs de gespannen gezichten van de spelers.

En nog voor de bal gerold heeft, heeft Ajax de wedstrijd al verloren.

Enoh komt in beeld, de beul van de Eredivisie, de Kameroenees die in Nederland in zijn eentje het hele middenveld van Ajax bestiert. En hij zwaait. Hij zwaait naar de camera als een puber op excursie met Havo Vier. Geen nonchalante zwaai, maar zo’n korte enthousiaste zwaai, waarbij de hand heel snel van links naar rechts en weer terug gaat. En hij lacht erbij, hij is vrolijk. Nu hebben er weliswaar vaker spelers gekke dingen gedaan als die camera langs hun hoofd gleed. Ik kan me van Frank de Boer een waarschijnlijk guitig bedoeld knipoogje herinneren dat deed denken aan een man die in een verkeerde auto ’s-nachts door donkere straten gleed op zoek naar wat vertier. Maar zwaaien! Kijk Mama, hier sta ik, heus, ik ben het , ik sta zelfs op het veld!

Vanaf dat moment was Ajax al reddeloos verloren. De rest was alleen nog maar afwikkeling. De Zeeuw die steeds te laat was. Van der Wiel die op een meter of vijf Ronaldo stond te dekken. Anita die als een kleine jongen aan de kant werd geschoven, als een kleuter die een beetje hinderlijk in de weg liep. Het zwaaien had bezit genomen van het hele elftal. Dit was geen wedstrijd meer, dit was een schoolreisje. Ik hoop dat Jol het zwaaien ook heeft gezien, en de beelden de komende twee weken voor elke training in de kleedkamer afdraait.

‘Kijk, en hier gaat die hand omhoog, toen konden we nog terug, Eyong. Je had er een woest gebaar mee kunnen maken, of even nonchalant mee over je gladde schedel kunnen wrijven. Maar je ging door, je zat in die beweging, en dan hier, je ogen beginnen te sprankelen, je glimlach breekt door en pats… wedstrijd verloren.’

Over twee weken hoop ik een Eyong Enoh te zien die het zwaaien voorgoed is afgeleerd. Een kille doodsdrift wil ik in die grote Afrikaanse ogen zien, met misschien een vleugje melancholie, bij voorbaat een klein beetje verdriet om al die domme voetballers die bij hem in de buurt zijn komen lopen en met hun onderbeen onder hun arm het veld weer zullen verlaten. Het wordt tijd dat Eyong Enoh niet slechts de beul van de eredivisie is, maar van heel Europa.

Alleen even dat zwaaien afleren, dan komt het wel weer goed met Ajax.

dinsdag 14 september 2010

Kat

Foto: Flickr, by eva101
Het is Suikerfeest. Vrouwen lopen met schalen eten heen en weer, jongens hangen rond op straathoeken. Een groepje van drie lokt een kat mee naar binnen. Het is de kat van onze buren. De buurjongen staat in de garage zijn fiets te maken.

‘Ze hebben jullie kat mee naar binnen genomen’, zeg ik tegen hem. Hij legt een tang neer en kijkt me aan.

‘Wie?’ ‘Drie jongens die hier tegenover op bezoek zijn.’

‘Marokkanen?’ ‘Ik denk het wel.’

Hij denkt even na. Er zit smeer op zijn gezicht, hij heeft een blauwe overall aan. De grond ligt bezaaid met gereedschap, het voorwiel van de fiets leunt tegen garagemuur.

‘Ze vieren Suikerfeest?’ ‘Ja.’ ‘Zouden ze dan katten in de pan doen?’

'Geen idee.'

‘Ik ga er wel naartoe.’

Hij belt aan bij de mensen die Suikerfeest vieren. Ik blijf staan op een afstandje, ik zie hem gebaren, de drie jongens komen tevoorschijn, een oudere man, nog een oudere man, vrouwen met doeken om hun haar. Er wordt steeds luider gepraat, tot de eerste begint te schreeuwen. De vader van de buurjongen komt de straat inrijden, als hij ziet wat er aan de hand is rijdt hij recht op het groepje af en springt uit zijn auto. De eerste duw wordt uitgedeeld.

‘Wij weten van geen kat’, hoor ik iemand schreeuwen. ‘Hij heeft het toch zelf gezien’, schreeuwt de buurjongen, en hij wijst naar mij. Iedereen kijkt mijn kant op, ik zie de drie jongens zachtjes het huis binnengaan. Het hele groepje beweegt zich in mijn richting en juist op het moment dat ik er vandoor wil gaan, voel ik iets langs mijn benen strijken. Het is de kat.

donderdag 9 september 2010

Hond

Vandaag heb ik in het één-euro-winkeltje in Boschveld voor één euro een dichtbundel van de veel te vroeg overleden Adriaan Jaeggi gekocht:

'Sorry dat ik het paard en de hond heb doodgeschoten'

Ik moest wachten op twee zakken post die bij Willems Schoenen af geleverd zouden worden, toen mijn oog op deze geweldige titel viel. Wat maakt deze titel nou zo goed, vroeg ik me af, terwijl ik op een betonnen blok ging zitten om het bundeltje door te bladeren. De lulligheid, dacht ik, voor een groot deel. Iemand die zich excuseert dat hij de hond en het paard heeft doodgeschoten, alsof hij het per ongeluk heeft gedaan. Maar wie schiet er in vredesnaam per ongeluk een hond dood? En om het allemaal nog erger te maken, heeft hij ook nog het paard neergeknald. Dat je in een dronken bui per ongeluk één beest voor zijn kanis schiet, dat is misschien nog enigszins in te denken, maar twee beesten, een hond én een paard, dat is natuurlijk volkomen belachelijk.

Overigens bleek de titel niet van Jaeggi zelf te zijn, las ik in de verantwoording, hij heeft de zin 'waarschijnlijk' ooit eens bij F. Scott Fitzgerald gelezen, maar hem nooit meer terug kunnen vinden. Raadselachtig allemaal.

Eén van de aardigste gedichten in de bundel vind ik de (enigszins plastische) tip die Jaeggi aan aspirerende dichters geeft in Ars Poetica:

De gans die de bron zocht van haar gouden ei
Overleed met een snavel vol stront.
Dus voor iedereen die ook wil leggen, hierbij
Een advies: trek je kop uit je kont


En dat is dan weer een vrije vertaling van een kwatrijn van een zekere X.J. Kennedy.

Zo leer je nog eens wat, als je op twee postzakken zit te wachten naast Willems schoenen.

woensdag 8 september 2010

Spits

Foto: Flickr, by Cindy47452
Ik wil geen oude koeien uit de sloot halen ofzo hoor, maar vijf goals in twee wedstrijden, dat is toch niet slecht... Misschien bij het volgende toernooi maar weer eens een echte spits in de spits?

maandag 6 september 2010

Schoenen

Foto: Flickr, by jacob earl
Bij Runner’s World in de Verwersstraat wordt joggen serieus genomen, begreep ik al snel. Waar ik nu dan op liep, vroeg de verkoper met een angstige blik, alsof hij het antwoord eigenlijk al kon raden.

‘Op oude tennisschoenen.’

Hij sloeg zijn ogen neer, voor de hoeveelste keer had hij dit nu al niet gehoord? Honderden keren waarschijnlijk, maar het wende nooit.

‘Doe je schoenen en je sokken maar even uit.’

Hij stelde de camera in en liet me twee keer door de winkel joggen. Mijn voeten werden gefilmd en de resultaten logen er niet om: mijn voeten stonden naar buiten gebogen op het moment dat ze neerkwamen. De verkoper zette het beeld maar eens stil: er was een hoek van zeker dertig graden tussen mijn enkel en de plek waar mijn voeten de grond raakten.

We keken er even naar, ‘dit is erg zwaar voor de enkel en de knie’, zei hij, toen er plotseling een man de winkel binnen kwam rennen.

‘Ik moet stevige schoenen hebben om te fietsen’, riep hij al toen hij nog half buiten stond, hij riep het nog drie keer terwijl hij door de winkel op ons af banjerde en toen hij eindelijk het videoscherm aan de achterkant van de winkel had bereikt zei hij het nog een vijfde keer, om zonder pauze direct te vervolgen met:

‘Je loopt als een invalide eend, jongeman.’

‘Zeventig procent van de mensen loopt op deze manier hoor, het is heel gewoon’, antwoordde de verkoper onmiddellijk, mij bemoedigend toeknikkend.

‘Zeventig procent zegt U? Nou ik niet hoor, haha, ik echt niet.’

‘Ik kom zo bij u’, antwoordde de verkoper, en hij legde me uit dat ik schoenen nodig had die corrigeerden voor de scheve stand, om mijn enkel en knieën wat te ondersteunen. Hij liet me acht keer met acht verschillende paren de Verwersstraat op en neer joggen, de eerste paar keer voelde ik me lichtelijk belachelijk, maar zo rond de vierde keer begon ik erin te komen en bij de achtste keer wist ik eindelijk wat mijn bestemming is in het leven: met nieuwe joggingschoenen langs het Noord-Brabants Museum rennen.

De man die nieuwe schoenen nodig had om te fietsen vertrok uiteindelijk met drie paar sokken en een joggingbroek en ik vertrok met de ultieme loopschoenen en mijn work-out voor vandaag al in mijn zak.

vrijdag 3 september 2010

Spellen


Lopend door de Schutskamp, ironisch genoeg wijk 23R, dit betekent dat alle postcodes van deze wijk met een R beginnen(5223RA, 5223RB, 5223RC), vroeg ik me af wat Ergenis zou kunnen zijn. Het klinkt een beetje als een verloren bijbelboek (Genesis, Exodus, Ergénis), maar het zou ook een mystieke vorm van zwarte magie kunnen zijn: 'wij laten de boze geesten verdwijnen, door de verwoestende kracht van Er Genis', waar de wijkbeheerder blijkbaar niet in gelooft.

Of zou hij gewoon niet kunnen spellen?